“Oh, dat zou ik ook wel willen,” is een terechte reactie die ik vaak hoor als mensen al onze eetbare planten zien. We hebben sinds zomer 2018 een combinatie van een voedselbos en een moestuin, dus onder andere fruitbomen, bessenstruiken, kruiden en de gangbare groenten zoals wortels en tomaten. Heerlijk, maar zo’n eetbare tuin komt er niet vanzelf. Gelukkig zijn er heel veel boeken die je kunnen helpen in je plantkeuze en ontwerp. Maar wat ik wel eens mis, zijn tips over de juiste mindset. Welke attitude heb je nodig om zo’n eetbare tuin een beetje succesvol te laten zijn? En welke eigenschappen zitten je juist in de weg? Met een handvol aan jaren ervaring op zak kan ik inmiddels 16 oorzaken bedenken waarom een eetbare tuin zal mislukken. Met een flinke knipoog natuurlijk. In welke valkuil herken jij jezelf?

Soms lees ik artikelen met tips van mensen die zonder afval leven. Altijd met je eigen tas naar de markt gaan. Gebakken vis halen met een eigen schaal. Supergoed natuurlijk, maar ik denk dan ook: welke markt? En welke viskraam? Ik woon namelijk op het platteland. En daar is ecovriendelijk leven heel anders dan in de grote stad. Zo heb ik een boomgaard en daarnaast een moestuin van 50 m2. Dat vind je dan weer niet zomaar in de stad. Maar waar leef je eigenlijk het meest groen? Ik vergelijk de groene lifestyle: urban versus rural.

Steeds meer mensen willen minder consumeren. Voor het klimaat, de biodiversiteit en om minder afhankelijk te zijn. Vaak hoort het kweken van een deel van het eten daar ook bij. Wie met een moestuin of wat fruitbomen aan de gang gaat, krijg vaak al snel de vraag ‘wil je zelfvoorzienend zijn dan?’. Maar ‘zelfvoorzienend’, dat klinkt zo radicaal. En het kan overweldigend zijn en afschrikken. Bovendien is het nogal wat. Veel mensen die het proberen, haken gedemotiveerd af. Daarom is het belangrijk om eerst makkelijke stappen te nemen die grote impact maken. Zelfvoorzienend zijn in keukenkruiden is een stuk makkelijker dan zelfvoorzienend zijn in de granen voor je brood. En het scheelt ook wat grond. In dit artikel mijn tips voor makkelijk duurzame punten scoren in de tuin.

Ik loop een rondje in de kelder en zie een fles ijswijn liggen. 375 ml. 32,50 euro. Drie jaar geleden gekocht tijdens een vakantie in de Moezelstreek. En nu waarschijnlijk niet erg lekker meer. Dan moet ik denken aan een geweldige tip die ik ooit kreeg van een goede vriend: spaar niet. Of eigenlijk: spaar je magic powers niet, maar gebruik ze voor het te laat is. De tip was namelijk onderdeel van ons gezamenlijke spel Dungeons & Dragons. Jaren geleden, maar de tip is altijd blijven hangen en verrassend vaak toepasbaar op het echte leven.

Ik was er medio 2018 helemaal klaar mee. We waren net verhuisd en superdruk, zowel met werk als met klussen. En vervolgens begon ik mijn werkdag toch altijd met een rondje nieuws. En vulde ik mijn pauze ermee. En het loze moment wanneer mijn man onze dochter naar bed brengt. En in het openbaar vervoer. En… en… Ik was dagelijks vaak wel een uur ofzo kwijt aan nieuwssites en social media. En ik werd er alleen maar chagrijnig van. Bovendien miste ik juist de achtergronden bij het nieuws. Ik ging op zoek naar een manier om op de hoogte te blijven van de wereld om mij heen zonder te verdwalen in het dagelijkse nieuws. En dat blijkt nog best lastig.

Van de week was ik heel vaak mijn duim naar links aan het bewegen. Nee, niet op Tinder of een dating app, maar in mijn e-mail inbox. Ik krijg weer veel ongewenste e-mail van webwinkels, facebook-pagina’s en allerlei goede doelen. Met Sinterklaas en Kerst in het vooruitzicht loopt mijn inbox in december altijd helemaal vol. Dat is niet alleen vervelend voor mij, maar het kost ook overbodige energie. Nee, niet mijn energie, maar elektriciteit. Dat kan duurzamer. December en januari zijn voor mij dus een tijd van ontvolgen en uitschrijven. Digi-cleansing noem ik het.

Zo af en toe lees ik weer ergens een zeurstuk over hoe vriendschappen oppervlakkiger worden door social media. Dat mensen alleen in hun mobiele telefoon zitten en vriendschappen pappen en nathouden met likes zonder te lezen en opgeleukte foto’s van hun eigen fantastische leven. Maar als ik naar mijzelf kijk is dat voor mij 180 graden anders. Mijn vriendschappen zijn juist een stuk hechter, oprechter en minder oppervlakkig door social media.

Wanneer ik aan iemand vertel dat ik voor een veganistische levensstijl heb gekozen, dan roept dat bijna altijd een reactie op. De leukste is natuurlijk als blijkt dat mijn gesprekspartner ook een veganist is. Hoe mooi is het om iemand tegen te komen aan wie je niets hoeft uit te leggen en waarmee je direct al zoveel raakvlakken hebt. Maar dat gebeurt helaas niet zo vaak. Soms zijn er mensen die mijn keuze belachelijk maken, direct een defensieve houding aannemen en roepen dat ik het zelf moet weten maar dat zij ‘hun’ stukkie vlees niet laten staan (volgens mij is het stukkie vlees niet van hen, maar van het dier wat er voor dood moest).

Hout is toch altijd duurzaam? Als het tenminste niet uit een tropisch woud komt en als er keurig nieuwe bomen worden teruggeplant. Dan is er niets aan de hand….toch? Enige tijd terug zat ik bij een presentatie van Avenir Fôret. Dat er een problematische kant aan hout zit wist ik al. Toch bleek de werkelijke situatie nog meer vragen op te roepen. De huidige kwaliteitslabels zijn niet meer dan een groene façade om een industrie te verbergen die verre van duurzaam is.

Sommige mannen voelen zich pas écht man als ze een groot stuk vlees op de barbecue leggen of een machine bedienen die veel lawaai maakt. De bladblazer is zo’n machine. Hij maakt een hoop lawaai, doet veel stof opwaaien en je weet zeker dat iedereen in de straat weet dat je in de tuin aan het werk bent. Gemeentewerkers zijn er ook gek op. Als een zwerm zoemende bijen kun je ze op een grote afstand door woonwijk horen gonzen. De overgrote meerderheid van weldenkende Nederlanders heeft een hekel aan bladblazers en hun eigenaren. En terecht, want bladblazers hebben geen enkel nut. Sterker, ze zijn slecht voor je tuin én je portemonnee. Dus zo’n man met bladblazer is niet alleen irritant voor z’n buren, maar ook een beetje naïef. Hij is in het bladblazercomplot getrapt.

Laten we voor de aardigheid eens met positief nieuws beginnen. Deze site heet tenslotte Eigenwijs Blij en niet Eigenwijs, maar toch wel een beetje Verdrietig: bijna elk restaurant heeft tegenwoordig wel vegetarische gerechten op de kaart staan. Is er echter iemand die mij kan uitleggen waarom het vegetarische hoofdgerecht dan eigenlijk altijd een gerecht met geitenkaas is? Maar dan ook in vele varianten: gebakken in de oven, in een maaltijdsalade, gegrilde geitenkaas, en het toppunt van culinaire ambitie: geitenkaas met walnoten en honing. Ik ken mensen in mijn omgeving, die inmiddels geen geitenkaas meer kunnen zien!

Lex Krishnadath blogt sinds deze zomer voor Eigenwijs Blij. Hij is student Psychology en heeft kampioenstitels karate op zijn naam staan. Maar hij is vooral veel bezig met het behalen van allerlei persoonlijke doelen. Zo probeert hij een jaar lang elke week een non-fictie boek te lezen. In dit interview lees je hoe Lex ‘eigenwijs blij’ leeft en welke stappen hij nog wil gaan zetten.

Ik kan rustig stellen dat ik het erg getroffen heb met al mijn leuke werkzaamheden. Voor mijn baan kom ik op het TT circuit en aan boord van schepen, voor mijn eigen bedrijf kijk ik in de keuken van de bibliotheek, een schildersbedrijf, een pompverhuurbedrijf of gemeentes en ik schrijf blogs over wat mij zoal bezighoudt. Diversiteit alom en ik verveel me dan ook geen moment. Af en toe komt er zo iets leuks voorbij wat je gewoon niet kan weigeren. Een netwerk-vriendin vroeg me of ik als kritisch consument in gesprek wilde met een duurzame boer. Ik hoefde verder niets te doen: vragen stellen en geïnteresseerd zijn in zijn antwoord en verhaal. Het verhaal werd door een journalist gemaakt die er bij zat en een fotograaf zou een leuke foto maken. Nou, dat scenario past uitstekend bij mij.

Ik had nog wel zo met mijn wederhelft afgesproken dat ik gewoon zou beginnen, zonder heisa te maken. Geen collectieve e-mail naar vrienden en familie. Of weet ik wat. Maar ik heb iets nodig om een besluit te onderstrepen en iets publiceren werkt daarvoor nu eenmaal het beste. Morgen (28 juli) word ik 35 jaar. Het aankomende jaar ga ik het proberen: helemaal plantaardig leven. Als het bevalt, dan natuurlijk langer. Maar voor nu vind ik het, als creatieve foodie, vooral ontzettend spannend. Ieks!

Bio, eco, duurzaam, eigenlijk betekenen deze woorden helemaal niets meer. Onze westerse manier van leven is zo ver af van iets wat ook maar lijkt op duurzaam dat ik er een aantal artikelen aan wil wijden. Het probleem zit hem vooral in het gebrek aan kennis bij de consument. Eigenlijk zou je er als consument op moeten kunnen vertrouwen dat de overheid een beetje oplet. Uitzoeken wat de gevolgen zijn van het gebruik van een product is een vak apart. Toch kun je met een nuchtere kijk wel een eind komen. Nog belangrijker is alleen dat we dan ook moeten stoppen om deze producten te kopen.

Ken je dat? Dat je iemand vraagt “Hoe is het ermee?” en dat het antwoord dan steevast begint met “Goed!”, dan een pauze met daarna “Druk!” en dat als je geluk hebt daarna het echte verhaal komt? Het is mij steeds meer gaan opvallen en ik hoor het mijzelf ook zeggen. Wat zegt dat over ons dat “Druk” zo’n vaste status heeft gekregen in onze begroetingsrituelen?

Gastartikel van Ewoud Koln

De roep om duurzame energie wordt steeds groter en van vervuilende kolencentrales willen we zo snel mogelijk af. Toch wordt op dit moment een groot deel van de groene stroom opgewekt in kolencentrales door het bijstoken van biomassa. Is het wel verstandig om tegelijk met de kolencentrales ook deze biomassa bijstook stop te zetten?

Veel mensen weten (nog steeds) niet wat ze gaan stemmen terwijl men meer dan ooit betrokken lijkt bij de tweede kamerverkiezingen. Er is ook echt wel wat te kiezen en het gaat ook over belangrijke thema’s. Stemwijzers helpen je aardig op weg om te bepalen welke partijen bij je eigen ideeën passen, maar dan nog is het goed om niet klakkeloos voor nummer één van je top drie te gaan. Het kan heel verhelderend zijn om de partijprogramma’s erbij te pakken. Omdat ik zelf op een groene partij wil stemmen, maar graag wat meer wilde weten van de partijen die het ‘groenst’ zijn, maakte ik voor Eigenwijs Blij een vergelijk tussen de drie progressieve partijen die daarbij horen: GroenLinks, Partij voor de Dieren en D66.

Mijn eigenwijs blije loopbaan begon in januari 2016 met 7 dagen koud douchen. Een uitdaging voor iemand die van warmte houdt. Maar ik heb het volgehouden en ervan geleerd en genoten. Het leek de hoofdredacteur van dit blog een goed idee dat ik elke maand een challenge aan zou gaan om daar vervolgens verslag over uit te brengen. Het afgelopen jaar is een mengeling geworden van challenges, testen en uitproberen. Wat heb ik een lol gehad! Voordat ik hiermee begon had ik geen idee hoe dit mijn leven zou beïnvloeden, het ging mij om het ‘lekker schrijven’ vanuit het principe: liever inconsequent goed, dan consequent fout.

Eind 2016 kwam ik min of meer tegelijk twee kanten van dezelfde discussie tegen. Enerzijds kwam Milieu Centraal met een lijst van 11 topkeurmerken die vertrouwd kunnen worden en waar de drie bekende biologische keurmerken ook toe behoren. Anderzijds kreeg ik weer eens de vraag of ik het niet zonde vond om biologische producten te kopen als er mogelijk mee gesjoemeld wordt. Tsja. Wat moet je daar nu op zeggen?

Bij ons in het dorp zit een hele fijne kringloopwinkel. Van servies tot meubels, van speelgoed tot kleding; ze hebben alles en ze hebben veel. Ik kom er graag en snuffel dan vooral tussen de kinderkleding. Maar laatst bekroop mij het gevoel: wat doe ik hier eigenlijk? Mag ik als ‘rijk’ (want prima verdienend) persoon eigenlijk wel deze goedkope kindertrui wegsnaaien voor de neus van iemand die geen geld heeft voor een nieuwe trui? Ik vond het een lastig gevoel waar ik nog niet vanaf ben.

Ik hou van de kerstsfeer. Met alle mooie versieringen in de straten en het gezellig samen zijn. Maar de laatste jaren steeds commerciëler, maar ik doe er grotendeels niet aan mee. Het kost allemaal geld, en de meeste spullen en prullen zoals feestkledij, kerstversieringen, … heb je zelden nodig. Dus daar geef ik mijn geld niet aan uit. En zelfs niet aan cadeaus, want ik heb mijn geld voor mijn dagdagelijkse kosten wel nodig.  Gelukkig ergert er zich niemand aan.

Toen ik eind 2014 begon met Eigenwijs Blij en op 1 januari 2015 een eerste artikel plaatste, had ik grote plannen. De artikelen zouden mensen inspireren tot het nemen van kleine, positieve stappen. Samen zouden we een verschil maken. En dat deden we. Maar wat ik niet had voorspeld was de enorme impact die al die artikelen op mijn eigen leven zouden hebben…

Nederlanders zijn gek op goede doelen en maatschappelijk verantwoorde producten. We geven zo’n €225,- per jaar per huishouden aan goede doelen en kopen massaal Tony’s Chocolonely. Maar als het over het bedrag gaat dat een maatschappelijk betrokken organisatie aan sales of marketing uitgeeft worden we boos. Van organisaties die zich maatschappelijk inzetten verwachten we dat ze in een oud goedkoop kantoor zitten, hun personeel lage salarissen geven en geen geld in marketing streken. Een nobele en begrijpelijke gedachte, maar ook een gedachte die wezenlijke verandering in de weg zit. Het is tijd voor wat meer commercie bij NGO’s en sociale ondernemingen!

We hadden het anderhalf jaar geleden al gekscherend tegen elkaar geroepen: als Hillary Clinton het gaat proberen, blijven we samen wakker tijdens Election Night. Mijn mede-feministische vriendin en ik, we vonden het eigenlijk niet meer dan normaal om samen te beleven dat een vrouw eindelijk deze zeer machtige positie zou gaan bekleden. Het zou verdorie nog spannend worden ook. En zo reed ik dinsdagavond om 22 uur naar het huis van mijn vriendin. Ik had een beetje griep. Dat had ik als slecht omen kunnen interpreteren…

Afgelopen week was het International Basic Income Week. Ook in Nederland werd een stap vooruit gezet: er werd over het onvoorwaardelijke basisinkomen gedebatteerd in de Tweede Kamer. Ondanks wat mitsen en maren ben ik een groot voorstander van het basisinkomen. Maar dan wel voor iedereen. Dus ook voor mensen die meer dan 100.000 euro per jaar verdienen. Ja, echt.

Een paar jaar geleden leek ik wel omringd door drie kampen: redelijk fundamentalistische gelovigen (het woord is het woord), felle atheïsten (liefhebbers van Richard Dawkins) en nonchalante agnosten die het allemaal maar weinig kon schelen (na hen de zondvloed, so to speak). Ik voelde mij bij geen van drieën thuis, maar kwam er zelf niet uit. En toen ineens was daar Karen Armstrong en haar boek ‘The Case for God’. Sindsdien kan ik met nuance naar religie kijken en heeft spiritualiteit een voor mijzelf zinnige plek gekregen in mijn leven.

De meeste van mijn helden begonnen al in mijn tienertijd met hun belangrijke invloed. Ik ontplooide mijzelf, maar ergens bleef iets knagen. Was het raar of zielig dat ik het heerlijk vond om oudjaarsavond in mijn uppie te vieren? Was het wel gezond dat ik liever een avond aan MMORPG Maplestory ‘verspilde’ dan aan bijkletsen in de kroeg? Susan Cain trok in 2012 het juk van deze twijfel in één keer van mijn schouders. Introvert zijn in een extraverte wereld is soms lastig, maar veranderen is nergens voor nodig!

Lies blogt sinds december 2015 voor Eigenwijs Blij. Ze blogt voornamelijk over gezonde voeding en leuke initiatieven, zoals de geefwinkel. Daarnaast is Lies vegetariër, probeert ze zo veel mogelijk duurzaam te leven en zet ze zich ook als politica in voor positieve verandering. In dit interview lees je hoe zij ‘eigenwijs blij’ leeft en welke stappen ze nog wil gaan zetten.

Veganisme en vegetarisme worden vaak afgedaan als een persoonlijke keuze. Een keuze waar je de allesetende mee lastigvalt, omdat je bij sociale gelegenheden afwijkend bent. Maar hoe persoonlijk is die keuze nou eigenlijk? Door het een persoonlijke keuze te noemen, degradeer je het tot een soort hobby en dat is het toch voor de meeste veganisten toch echt niet.

Hij komt regelmatig ter sprake in gesprekken met een van mijn beste vriendinnen: “Die Jamie Oliver, die moet gewoon een Nobelprijs winnen.” Dat er geen categorie Nobelprijs bestaat die bij hem zou passen, dat negeren we dan maar even. Jamie zorgde niet alleen voor een revolutie in mijn eigen keuken en in de keukens van vele van mijn vrienden: hij blijft zich ook onvermoeid inzetten voor beter, gezonder en lekkerder eten en koken wereldwijd. Met recht onderdeel van het fundament waarop Eigenwijs Blij gebouwd is.

Als er iemand is die mij in de afgelopen jaren heeft laten zien dat langdurige scholing niet per se noodzakelijk is voor een slimme geest, dan is het wel Caitlin Moran. Deze Engelse journalist en rebel schrijft al sinds haar tienerjaren voor allerlei magazines en heeft inmiddels al meerdere boeken op haar naam, waaronder How to Be a Woman. Ze neemt zichzelf op de hak waar het kan, maar is snoeihard waar het moet. En dat dan vooral op het gebied van feminisme en economische gelijkheid in het algemeen. Verplicht volgen op Twitter!

Als bewonderaar van David Bowie kon ik er niet omheen. In het Groninger Museum was er een tentoonstelling van het leven en werk van mijn grote held met de titel: ‘David Bowie Is’. Ik ging er heen en kwam terug met een mengsel van blije en verdrietige gevoelens, maar vooral raakte ik voor de zoveelste keer geïnspireerd door dit fenomeen.

Oh, wat vond ik hem irritant. Kinderachtig. Schreeuwerig. Slapstick. Vies soms (vaak). En toch werd ik gezegend met mini-crushes (van de aard ‘Je ne sais quoi’) op zowel Young One Rick als evil staatsman Alan B’Stard. Met deze twee rollen dwong Rik Mayall mij als tienermeisje omstreeks 1995 tot nadenken over mijn eigen politieke kleur. En verdorie, ineens was ie dood. Pas toen ontdekte ik zijn geweldige ‘5 gouden regels’… Zo, dat waren wel weer genoeg veren voor in je kont Rik!

Miriam blogt sinds eind 2015 voor Eigenwijs Blij. Ze blogt voornamelijk over mooie initiatieven van anderen die het leven net iets liefdevoller en vriendelijker maken voor mens, dier en milieu. Ze is een enthousiaste hobbykok en draagt graag vintage kleding. In dit interview lees je hoe Miriam ‘eigenwijs blij’ leeft en welke stappen ze nog wil gaan zetten.

Mijn blog van vandaag gaat over kiezen. Niet die dingen in je mond, ik bedoel keuzes maken. Als altijd maak ik tenminste een keer per week een keuze voor een blog onderwerp. Vaak vind ik dat heel makkelijk; granola wordt het vandaag, of.. eh ja! tandpasta. Soms vind ik het moeilijker. Niet alleen vind ik het belangrijk dat een blog een ‘dat maak je lekker zelf’ aspect heeft, ook vind ik het belangrijk dat het onderwerp me op dat moment ook echt bezig houdt. Eigenlijk wilde ik een blog schrijven over even makkelijk zelf jam maken… Lekker hoor, zelfgemaakte jam. Mocht je je daar nu op gaan verheugen… Dat blog schrijf ik vandaag bij nader inzien niet.

Ik was er zo een: ik had het wel een beetje gehad met dat gemiep over feminisme. Tot er ineens iemand in the spotlight werd gezet als nieuwe hoofdredacteur van een blad waarvan ik vond dat ik het interessant zou moeten vinden, maar dat toch nooit vond: Opzij. Ik kocht het eerste nummer met haar aan de leiding, werd direct lid en bleef dat tot ze weer wegging. Margriet van der Linden maakte van mij een born again feminist en plantte in die zin zelfs een van de eerste voorzichtige heipalen van dit blog.

Een groot dierenliefhebber ben ik altijd al geweest. In het gezin waar ik uit kwam, liepen altijd wel een stuk of wat katten rond, er waren honden, kippen, vissen, cavia’s en zelfs een landschildpad. De liefde en het respect voor de natuur is er bij mij met de paplepel ingegoten. Net als vlees eten tot het vet bij je oren zat en melk drinken, overigens. Veel melk, daar werd je sterk van. Toen ik als tiener opeens riep dat ik vegetariër wilde zijn, zei mijn vader: “Zet dat maar uit je hoofd, dat is te lastig voor je moeder”. Introvert en braaf als ik was, had ik ontzag voor mijn vaders diepe bas en ik gehoorzaamde. Het was pas vele jaren later dat ik de dieren definitief van mijn bord weerde en sinds een paar maanden, na 16 jaar vegetarisme, eet ik volledig plantaardig.

Jan blogt sinds oktober 2015 voor Eigenwijs Blij. Hij verzamelt de nieuwtjes voor de maandelijkse nieuwsmonitor en schrijft recensies over boeken met thema’s die passen bij ons blog. Daarnaast houdt Jan zich bezig met verantwoorde voeding en groene energie en probeert hij steeds onafhankelijker te leven. In dit interview lees je hoe hij ‘eigenwijs blij’ leeft en welke stappen hij nog wil gaan zetten.

Ik moet toegeven: toen ik voor deze serie mijn ‘eigenwijs blije helden’ op een rijtje zette, stond Jools Holland er nog niet tussen. Want wat heeft de presentator van een muziekprogramma nou met de thema’s van dit blog te maken? Maar afgelopen Hootenanny, zijn jaarlijkse programma met Oud en Nieuw, gaf de doorslag. Jools Holland bevrijdde mij jaren geleden van het hokjesdenken over de meest universele taal die de mens rijk is: muziek. Als dat niet eigenwijs blij is, dan weet ik het ook niet meer.

In november 2015 verscheen Food Body Mind van Wendy Walrabenstein. Weer het zoveelste boek over gezonde voeding? Food Body Mind is anders; auteur Wendy kiest namelijk voor een holistische insteek waarbij je persoonlijke plan voorop staat. Zo hoeft gezond leven helemaal geen lastig goed voornemen te zijn! Ik interviewde Wendy over haar boek, haar visie op gezond leven en de manier waarop lezers haar adviezen in de praktijk kunnen brengen.

Peter blogt sinds het najaar van 2015 voor Eigenwijs Blij. Hij blogt nu eerst vooral over het huis van stro en klei dat hij aan het bouwen is in Frankrijk. Hij ging naar Frankrijk om alles opnieuw op te bouwen en ingesleten patronen te doorbreken; een proces dat uiteraard nog steeds gaande is. In dit interview lees je hoe Peter ‘eigenwijs blij’ leeft en welke stappen hij nog wil gaan zetten.

Sommige kinderen groeien op met felgekleurde helden. Mijn helden waren sober gekleurd: bruin, grasgroen en oker. Ik heb het over de figuren in de kinderboeken van Arnold Lobel, en dan vooral Kikker en Pad. Waarom is Arnold Lobel mijn held? Omdat hij de basis legde voor zowel mijn morele besef als mijn liefde voor lezen en boeken. Hij is onmiskenbaar onderdeel van mijn fundament onder eigenwijs blij in het leven staan.

Marianne schrijft sinds april 2015 voor Eigenwijs Blij. Ze blogt voornamelijk over dingen die te maken hebben met eigenwijs leven met een kind en duurzame stappen zetten als je in een grote stad woont, liefst een beetje voordelig. Daarnaast werkt ze hard: thuis, op haar werk, aan haar promotie én aan haar eigen blog. In dit interview lees je hoe zij ‘eigenwijs blij’ leeft en welke stappen ze nog wil gaan zetten.

Cecile is de oprichter en hoofdredacteur van Eigenwijs Blij en schrijft daarnaast heel wat van de artikelen. Ze blogt voornamelijk over voeding, persoonlijke groei, boeken en nieuwe producten. Daarnaast is ze moeder van een dreumes en probeert ze graag dingen uit in de keuken en de moestuin. In dit interview lees je hoe zij ‘eigenwijs blij’ leeft en welke stappen ze nog wil gaan zetten.

Het is denk ik ruim 10 jaar geleden dat ik voor het eerst iets biologisch kocht. Eieren, als ik het mij goed herinner. Tegenwoordig betrap ik mij er steeds vaker op dat een avondmaaltijd volledig biologisch is of dat we al een etmaal lang volledig biologisch eten. Langzaam maar zeker werden mijn boodschappen steeds biologischer. Dat ging niet vanzelf: een stuk of 10 factoren heeft mij hierbij door de jaren heen geholpen.

Ongeduldig klop ik met mijn vingers op tafel. ‘Bezig met update 6 van 36. Schakel de computer niet uit.’ Witte letters op een blauw scherm brengen de boodschap luid en duidelijk over. Dit gaat nog even duren. Daaronder een zandlopertje dat maar niet leeggelopen raakt. “Kloteding.” Mijn statement lijkt de gang verder uit het apparaat te halen. Tergend langzaam gaat het apparaat van 6 naar 7 naar 8. Bij 12 begin ik ongeduldig door de kamer te stekkeren… In mijn hoofd ga ik de zinnen af waarmee ik dit bericht zal openen. Iets over haast. En dat ze het langzamer aan moeten doen. Langzaam is beter. Ja man, stukken beter. “Pak die van mij dan”, hoor ik mijn lief roepen vanuit de naastgelegen kamer, “die doet het wel”. Ze bedoelt het vast goed, maar ik ben een getergde Microsoftziel. Daar helpt geen goed woord bij.

Toen ik 5 jaar geleden naar München verhuisde, had ik al veel gehoord over hoe fantastisch Duitsland op het gebied van milieuvriendelijkheid was, vergeleken met Nederland, en hoever het al voorliep op de meeste andere Europese landen. In München had ik de mogelijkheid om te zien of dit ook echt zo was. In dit artikel dus een lijstje met vergelijkingen tussen Duitsland en Nederland, op het gebied van wonen, eten en reizen. Uiteraard erg subjectief, want in München worden zaken anders geregeld dan in Bremen, net als dat het er in Groningen anders aan toe gaat dan in Utrecht. Mijn vergelijking gaat in dit artikel nog het meest op voor Groningen en München.

Decennialang stond Duitsland bekend als het land van degelijke kwaliteit. Met hun Gründlichkeit bouwden de Duitsers de beste auto’s, wegen, fabrieken, wasmachines en tal van andere producten. Hun economie was één van de sterkste van Europa en de Duitse Mark de sterkste munt. Door de hereniging tussen Oost- en West-Duitsland kreeg de economie een deuk. Maar inmiddels zijn de Duitsers weer helemaal terug. Op tal van terreinen lopen ze voor op de rest van Europa en zijn ze wederom het voorbeeld. De Duitse Energiewende, biologisch voedsel, verantwoorde producten, privacy, cultuur, ondernemerschap en privacy. En wederom die economie, die eerder uit de crisis kwam dan de rest van Europa.