Hout is toch altijd duurzaam? Als het tenminste niet uit een tropisch woud komt en als er keurig nieuwe bomen worden teruggeplant. Dan is er niets aan de hand….toch? Enige tijd terug zat ik bij een presentatie van Avenir Fôret. Dat er een problematische kant aan hout zit wist ik al. Toch bleek de werkelijke situatie nog meer vragen op te roepen. De huidige kwaliteitslabels zijn niet meer dan een groene façade om een industrie te verbergen die verre van duurzaam is.
Gebruik van hout
Het lijkt erop dat zodra de industrie zich ergens mee bezig gaat houden, iedere logica en lange termijn visie als eerste overboord gaat. Zo snel mogelijk geld verdienen en hoe het landschap en de bodem er daarna bij liggen is een probleem voor anderen om op te lossen. Het kappen gaat van tegenwoordig met een soort zaagdino’s. Door dit soort zware machines dwars door het bos te laten rijden, wordt de bodem tot een diepte van 2 m samengedrukt en in het meest ongunstige geval kan daarna nog maar 5% van het water in de bodem doordringen. De rest van de regen spoelt de toplaag weg. Vroeger liet men de wortels nog achter, maar tegenwoordig worden deze gebruikt om houtkorrels te maken voor onze ‘ecologische’ kachels. Met een enorme haak worden alle wortels en stronken uit de grond getrokken en wat achterblijft is een perceel dat volledig van voren af aan moet beginnen. We kennen dit beeld uit de landbouw. Er gaat ook in de bosbouw vervolgens kunstmest en bestrijdingsmiddelen overheen.
Tijd voor een revolutie?
Het lijkt helemaal niet nodig om bestaande systemen ter discussie te stellen. Je ziet dit bij de moderne landbouw en dus ook in de bosbouw. Voor een duurzaam systeem is optimaliseren van het geheel een belangrijke randvoorwaarde. Ik denk dat de revolutie die nodig is om tot een duurzame samenleving te komen vele malen ingrijpender is dan alle ‘revoluties’ uit de afgelopen paar honderd jaar bij elkaar. Er was in het verleden nooit echt de noodzaak om dingen volledig anders te gaan doen.
In de jaren 50 en 60 zijn bij ons in de Franse regio veel bomen geplant. Vroeger was hier landbouw met voornamelijk druiven. Door een schimmel in de bodem, zijn alle wijngaarden aangetast en er zat niets anders op dan stoppen. Een groot deel van de bevolking is in die tijd vertrokken en met hulp van de overheid zijn bomen geplant.
In Nederland staat iets dergelijks ook te gebeuren. In de komende 10 jaar komt 50.000 hectare landbouwgrond beschikbaar, omdat agrarische bedrijven stoppen en er geen opvolging is. In Nederland zit men liever achter de computer. We gaan ons in de toekomst richten op voedselfabrieken, in meerdere etages en gerund door robots. Voor wie niets van de natuur begrijpt en geen last heeft van empathie richting dieren, lijkt dit een prima oplossing. Bedenk hierbij dat het gaat om de productie van ‘leeg’ voedsel. Met een speciale pendel kun je de vitaliteit, of energetische kwaliteit, van voedsel meten. Zie hiervoor een eerder artikel over BioGeometry.
In dit artikel ga ik hier niet verder op in. Het gaat mij nu om de vraag: Hoe zou je de vrijgekomen landbouwgrond kunnen gebruiken?
Hout gebruiken voor pellets, is dat duurzaam?
Hier in de buurt zijn plannen voor een pelletfabriek. In een straal van 80km gaat alles wat maar enigszins op een boom lijkt ten prooi vallen aan dit monster. In de regio gaan 15.000 ritjes met een vrachtwagen per jaar gemaakt worden om de fabriek te voeden. Er is werkgelegenheid voor slechts een twintigtal mensen. 90% van het bos is privébezit en het zal de meeste eigenaars worst zijn hoe hun stuk bos wordt beheerd. Bij Avenir forêt is het de bedoeling om met hulp van aandeelhouders de bossen te gaan opkopen. Vervolgens geven zij de garantie dat de bossen duurzaam worden beheerd.
1. Lokale toegevoegde waarde
Het eerste punt dat ik onder de aandacht wil brengen is de verhouding tussen lokale toegevoegde waarde en schadelijke gevolgen voor de lokale omgeving. Een productiebos levert 10 tot 20 m3 hout per jaar en dit levert 40 euro per kuub op. Als je hier pellets van maakt, is de toegevoegde waarde 500 euro per m3. Als je daarentegen het hout zaagt en droogt en je maakt er mooie meubels van die nog drie generaties meegaan, dan kan de toegevoegde waarde oplopen tot 5000 euro per m3. Dit is inkomen voor de lokale economie. Verder is mooie dingen maken van hout een actieve bezigheid die voldoening geeft en bijdraagt aan een goede gezondheid. De persoon die de zaagfabriek beheert zit op een stoel achter een beeldscherm en drukt af en toe op een knop. De kosten voor gezondheidsproblemen zouden van de opbrengst moeten worden afgetrokken, maar in praktijk betalen we dit met z’n allen.
2. Hout gebruiken voor papier?
Het tweede punt is de vraag of we hout voor papier moeten gebruiken. Op de wereld wordt ongeveer 50% van de bomen gebruikt voor papier. Dit is bijna letterlijk een bos weggooien. Er is geen toegevoegde waarde voor de lokale economie, want wij hebben hier lokaal geen papierfabriek. Maar wat nog veel belangrijker is: hout voor papier gebruiken is helemaal niet optimaal. Hennep produceert 40 tot 100 keer meer grondstof voor papier dan hout per hectare. Papier van hennep hoeft niet te worden gebleekt, vergeelt niet en heeft langere vezels en kan daardoor 2 keer vaker worden hergebruikt. Het papier van hennep is op het moment 10 keer duurder dan papier van hout. De werkelijke prijs van hout is alleen lastig te bepalen; wie betaalt de schade? Het schaalverschil speelt ook een rol.
3. Diversiteit en gezamenlijk beheer
Als derde punt wil ik noemen dat (grote) bomen structuur en diversiteit geven aan een productief landschap. Een combinatie van verschillende bomen en struiken met hennepvelden in beperkte afmetingen zou een aantrekkelijk beeld kunnen geven voor de toekomstige landbouw. In een volgend artikel wil ik ingaan op de mogelijkheden om in een dergelijk landschap ook plaats te maken voor woningen. Ik denk dan aan lichte tijdelijke huizen, zonder tuin, schutting en rommel. De bewoners kunnen een actieve rol spelen in het beheer van het landschap en er is een enorme kans voor toerisme. Iedereen kan bedenken dat, als een bos per hectare maar een paar tientjes per maand oplevert en vervolgens als kaalgekapte akker met een rij sprietboompjes wordt achtergelaten, het potentieel om iets te verdienen aan toerisme, appels en hennep vele malen groter is.
Mark Sheppard is overgestapt van conventionele landbouw naar, wat hij noemt, ‘woody agriculture’ of ‘regeneration agriculture’ Op zijn boerderij staan met name vruchtdragende struiken en bomen die in golvende stroken zijn neergezet zodat optimaal van het beschikbare water wordt geprofiteerd. Verder laat deze opzet het oogsten met een machine toe en het doel van het geheel is om de grond zo veel mogelijk te laten voor wat die is. Allerlei soorten dieren lopen los over het terrein. Er kan hierdoor een rijk en divers bodemleven ontstaan en het landschap is in ieder seizoen aantrekkelijk. Concreet betekent dit dat we ons dieet zouden moeten aanpassen aan een meer duurzame landbouw. Minder melk, granen en vlees en meer noten en fruit. Volgens mij is dit uiteindelijk alleen maar goed voor de gezondheid.
4. Transport van zware dingen?
Een laatste punt over duurzaam hout is zo weinig mogelijk slepen met zware dingen. Als de bomen voldoende maat hebben gekregen om te worden gebruikt als constructiemateriaal, is het een idee om ze ter plekke te zagen en daar ter plekke iets mee te bouwen. Voor de eco camping Junora bij mij in de buurt is 30 kuub douglas stammen ter plekke gezaagd en we gebruiken alles. Hier is een filmpje te zien van de zaagmachine. De stukken schors bijvoorbeeld, worden als gewicht en bescherming op het EPDM rubber dak gelegd.
Dit hout is dus niet gedroogd of geschaafd en dit geeft een enorm karaktervolle uitstraling. Het hout wordt niet geschilderd en na verloop van tijd krijgt het douglas hout dat niet nat wordt door de regen, een mooie diep oranje bruine kleur. Het hout dat wel nat wordt vergrijst en wordt hard als steen. Door hier alleen met het kernhout te werken, is een lange levensduur van de gevel gegarandeerd. Ook hierbij zouden we, net als bij ons dieet, onze manier van bouwen moeten aanpassen. Minder beton, staal en aluminium en meer lokaal hout, stro en klei. Maar vooral minder industrieel en grootschalig.
Duurzaam hout zou moeten gaan over het volledig benutten van het potentieel. We moeten werken aan een landschap met kwaliteit en een vruchtbare bodem. En verder is een objectieve afweging van ALLE alternatieven belangrijk voor de toekomstige inrichting van het landschap. Uiteindelijk zal iedereen hier van profiteren.
Architect, maar vooral bouwer. Op zoek naar het handgemaakte gevoel en karaktervolle interieurs. Met aandacht voor details, alsof een huis een groot meubel is. Gebruikmakend van gezonde en lokale materialen. Een huis als een warme wollen jas, een plek om tot rust te komen.