De beste tip die ik ooit kreeg: spaar niet

15 februari 2021

Ik loop een rondje in de kelder en zie een fles ijswijn liggen. 375 ml. 32,50 euro. Drie jaar geleden gekocht tijdens een vakantie in de Moezelstreek. En nu waarschijnlijk niet erg lekker meer. Dan moet ik denken aan een geweldige tip die ik ooit kreeg van een goede vriend: spaar niet. Of eigenlijk: spaar je magic powers niet, maar gebruik ze voor het te laat is. De tip was namelijk onderdeel van ons gezamenlijke spel Dungeons & Dragons. Jaren geleden, maar de tip is altijd blijven hangen en verrassend vaak toepasbaar op het echte leven.

Krachten ‘sparen’ in Dungeons & Dragons

Even een kort uitstapje om uit te leggen wat Dungeons & Dragons ongeveer is. Het spel heeft een handboek van honderden pagina’s, dus ik ga hier even flink kort door de bocht. Iedere speler bedenkt een persoon, zoals een elf of tovenaar. Met een groepje van dergelijke figuren ga je het avontuur aan, zoals grotten en bossen doorzoeken naar schatten én natuurlijk het verslaan van allerlei monsters. Hiervoor heeft iedere speler een aantal krachten. Sommige krachten kun je telkens opnieuw gebruiken, andere krachten maar één keer per dag. Die eenmalige krachten zijn vaak vele malen krachtiger en spectaculairder. Je hebt vanzelf de neiging om er zuinig mee te zijn, maar of dat handig is… Maar wat vaak stonden we tevergeefs en bijna dood tegenover een groot monster, elke beurt onze eenvoudige flutkrachten te gebruiken. Onze vriend riep dan gefrustreerd: “Niet sparen! Gebruiken die eenmalige superkrachten!”. “Maar wat als er straks een nog groter monster komt?” piepte ik dan. “Als je niet oppast ben je straks gewoon dood,” reageerde hij dan terecht. “Hup, niet sparen!”

Sparen van lekkernijen: waarom zou je?

En zo gaat het eigenlijk ook met extra speciale levensmiddelen. Zoals die dure ijswijn, die te duur en bijzonder is om gewoon zomaar op te drinken. En dus drink je hem niet en laat je hem verpieteren. Je hebt vast ook wel zulke dingen in de voorraadkast staan. Een fles champagne die iemand je een keer cadeau deed. Die dure azijn. De biologische, met voeten geperste olijfolie van een vrijwel onbekend Grieks eiland. Een zakje biologische, oerwoudbehoudende palmsuiker dat staat te verstoffen achterin de kast, terwijl je voor je cake opnieuw naar de witte kristalsuiker grijpt. Waarom doe ik dit eigenlijk?

Waarom is die wijn zogenaamd te duur en te bijzonder om ‘zomaar’ op te drinken? Waar komt dat gevoel vandaan? Dat bepaalde dingen alleen op heel speciale momenten gegeten of gedronken mogen worden? Zolang je niet helemaal doorslaat: waarom zou je niet gewoon genieten van wat je hebt, zodra je het hebt? “Maar wat als er straks een beter moment komt?” piep ik van binnen. Maar straks barst de voorraadkast uit z’n voegen met dingen die niet opgemaakt mogen worden. Die ondertussen hun smaak verliezen. “Hup, niet sparen!”

Sparen van regenwater: waarom zou je?

Hetzelfde maakte ik afgelopen jaar mee in onze Hommelgaard. Met een tweetal IBC’s vangen we via het dak van de schuur regenwater op. 2.000 liter past erin. Zodra het niet meer vreselijk vriest, kun je beginnen met sparen. En zo kunnen wij vanaf maart toekijken hoe de IBC’s zich langzaam vullen. Maar het water dan ook gebruiken? Ook daarin had ik de neiging te sparen. Want stel je voor dat het straks weer zo droog is dat er een sproeiverbod komt? Dan is het toch fijn om 2.000 liter water achter de hand te hebben!

“Maar wat als er straks weer een maand zonder regen komt?” En dus gaf ik de planten in de kas kraanwater, terwijl het regenwater van ons schuurdak lekker doordrupte in de IBC’s. Sterker nog, op een gegeven moment hadden we zo veel regenwater in de IBC’s dat we de boel tijdelijk moesten afkoppelen! Ook hier weer te veel gespaard voor die zogenaamde ‘bijzondere momenten’. Terwijl hier toch een heleboel principes van permacultuur samenkomen. ‘Catch and store energy’: check. Maar toch net zo goed: ‘Use and value renewable resources and services’. Want waarom zou je kraanwater gebruiken, als je ruim voldoende regenwater op voorraad hebt? Inmiddels mogen we van onszelf vrijelijk gespaard regenwater gebruiken tot aan de tweede sport. Zo hebben we voor droge periodes nog steeds 800 liter water. Maar sparen we niet zo overdreven dat we onszelf ermee in de vingers snijden. “Hup, niet sparen!”

Draag die kleding, eet die moestuin leeg

Hoe vaker ik “hup, niet sparen!” tegen mijzelf zeg, hoe meer voorbeelden ik in het dagelijks leven tegenkom. Zo heb ik een heel mooie jurk. Een jurk die ik nooit draag, omdat hij duur was en eruit ziet alsof de stof snel lelijk wordt. Binnenkort toch maar eens doen! Een wat grotere, eetbare tuin doet echter wonderen. Ik heb van een aantal eetbare planten nu zo veel, dat je weinig anders kunt dan het zo veel mogelijk gebruiken. Dus hup, thee van citroenverbena en munt in plaats van uit een zakje. En deze week nog maar een keer rode bietjes en courgette eten. Tuurlijk, ik spaar wat gedroogde blaadjes citroenverbena voor in de winter. Maar verder: gebruiken wat je hebt, als je het hebt. Heel langzaam word ik er beter in.

En die jurk en ijswijn?

Goed punt. Die heb ik beide uit de kast gehaald voor de eerstvolgende logische gelegenheid, namelijk een vrijdagavond-gezellig-thuis-aan-de-keukentafel date. De jurk is fantastisch en zit fantastisch. Deze ga ik veel vaker dragen! De ijswijn smaakte zoals verwacht: in potentie heel bijzonder, maar nu helaas over z’n top heen. Zonde! En dus: spaar niet.

Laat je reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

Eén reactie op “De beste tip die ik ooit kreeg: spaar niet

  1. Gerard mrt 2, 2021

    Leuk inspirerend verhaal!