Veel mensen weten (nog steeds) niet wat ze gaan stemmen terwijl men meer dan ooit betrokken lijkt bij de tweede kamerverkiezingen. Er is ook echt wel wat te kiezen en het gaat ook over belangrijke thema’s. Stemwijzers helpen je aardig op weg om te bepalen welke partijen bij je eigen ideeën passen, maar dan nog is het goed om niet klakkeloos voor nummer één van je top drie te gaan. Het kan heel verhelderend zijn om de partijprogramma’s erbij te pakken. Omdat ik zelf op een groene partij wil stemmen, maar graag wat meer wilde weten van de partijen die het ‘groenst’ zijn, maakte ik voor Eigenwijs Blij een vergelijk tussen de drie progressieve partijen die daarbij horen: GroenLinks, Partij voor de Dieren en D66.

Mijn eigenwijs blije loopbaan begon in januari 2016 met 7 dagen koud douchen. Een uitdaging voor iemand die van warmte houdt. Maar ik heb het volgehouden en ervan geleerd en genoten. Het leek de hoofdredacteur van dit blog een goed idee dat ik elke maand een challenge aan zou gaan om daar vervolgens verslag over uit te brengen. Het afgelopen jaar is een mengeling geworden van challenges, testen en uitproberen. Wat heb ik een lol gehad! Voordat ik hiermee begon had ik geen idee hoe dit mijn leven zou beïnvloeden, het ging mij om het ‘lekker schrijven’ vanuit het principe: liever inconsequent goed, dan consequent fout.

Toen ik eind 2014 begon met Eigenwijs Blij en op 1 januari 2015 een eerste artikel plaatste, had ik grote plannen. De artikelen zouden mensen inspireren tot het nemen van kleine, positieve stappen. Samen zouden we een verschil maken. En dat deden we. Maar wat ik niet had voorspeld was de enorme impact die al die artikelen op mijn eigen leven zouden hebben…

Afgelopen week was het International Basic Income Week. Ook in Nederland werd een stap vooruit gezet: er werd over het onvoorwaardelijke basisinkomen gedebatteerd in de Tweede Kamer. Ondanks wat mitsen en maren ben ik een groot voorstander van het basisinkomen. Maar dan wel voor iedereen. Dus ook voor mensen die meer dan 100.000 euro per jaar verdienen. Ja, echt.

Waarom een foto van drie poppen bij een artikel over de voedselbank? Omdat het daar allemaal mee begon. Mijn oma kocht ze en breide extra kleertjes. Aan mij de schone taak om ze aan de plaatselijke voedselbank aan te bieden. Ze waren meer dan welkom en ik mocht ook wat langer langskomen voor een rondleiding en het stellen van vragen. Bijzonder interessant om te zien hoe de voedselbank werkt en hoe betrokken de vrijwilligers zijn. Oh, en ze zijn altijd op zoek naar meer vrijwilligers!

Een paar jaar geleden leek ik wel omringd door drie kampen: redelijk fundamentalistische gelovigen (het woord is het woord), felle atheïsten (liefhebbers van Richard Dawkins) en nonchalante agnosten die het allemaal maar weinig kon schelen (na hen de zondvloed, so to speak). Ik voelde mij bij geen van drieën thuis, maar kwam er zelf niet uit. En toen ineens was daar Karen Armstrong en haar boek ‘The Case for God’. Sindsdien kan ik met nuance naar religie kijken en heeft spiritualiteit een voor mijzelf zinnige plek gekregen in mijn leven.

Ik moet toegeven: toen ik voor deze serie mijn ‘eigenwijs blije helden’ op een rijtje zette, stond Jools Holland er nog niet tussen. Want wat heeft de presentator van een muziekprogramma nou met de thema’s van dit blog te maken? Maar afgelopen Hootenanny, zijn jaarlijkse programma met Oud en Nieuw, gaf de doorslag. Jools Holland bevrijdde mij jaren geleden van het hokjesdenken over de meest universele taal die de mens rijk is: muziek. Als dat niet eigenwijs blij is, dan weet ik het ook niet meer.

Ongeveer vijf jaar geleden begon er iets bij mij te kriebelen. Ik had een drukke baan en sociaal leven, maar had toch het gevoel dat ik daarnaast iets anders wilde buiten mijn eigen comfortzone. Iets waar ik een ander soort voldoening uit zou kunnen halen, kortom, blij van zou worden. Ik vond dit door het doen van vrijwilligerswerk…

Misschien ken je het fenomeen al: de minibieb. Een minibieb is een particuliere kast met boeken waaruit onbekenden gratis mogen lenen, liefst door het geleende boek te ruilen voor een nieuw boek in de kast. Zo bevorder je niet alleen lezen, maar het is ook nog eens een mooi sociaal experiment. Onze enige echte Debbie, onder meer blogger voor Eigenwijs Blij, opende samen met vriend Martijn op 9 oktober een eigen mini-bibliotheek in Groningen: de Fossebieb. En natuurlijk was ik bij de opening aanwezig.

Er zullen weinig lezers zijn van Eigenwijs Blij die twijfelen aan de noodzaak om hulp te bieden aan de vluchtelingen uit onder meer Syrië die op allerlei manieren Europa proberen te bereiken. In een poging om iets concreets te doen zamelde ik ruim 1500 euro in voor een kleine organisatie die noodhulp biedt aan vluchtelingen op het Griekse eiland Kos. Ondanks vele positieve reacties en het succes van mijn actie, werd ik regelmatig geconfronteerd met mijn eigen twijfels over mijn aanpak: een vervreemdende ervaring.

Ergens medio 2013 kocht ik mijn WakaWaka Power (of is het nou Waka Waka met spatie?). Sindsdien staat hij op een flessenhals in de vensterbank van mijn werkkamer zonlicht te vangen en om te zetten in elektriciteit. Soms gebruik ik hem om mijn telefoon mee op te laden. Veel vaker is het een krachtige zaklamp. En ondertussen is er ook iemand in Haïti of Syrië die licht in het donker heeft. WakaWaka is namelijk een prachtig voorbeeld van ‘one for one’.

Ongeduldig klop ik met mijn vingers op tafel. ‘Bezig met update 6 van 36. Schakel de computer niet uit.’ Witte letters op een blauw scherm brengen de boodschap luid en duidelijk over. Dit gaat nog even duren. Daaronder een zandlopertje dat maar niet leeggelopen raakt. “Kloteding.” Mijn statement lijkt de gang verder uit het apparaat te halen. Tergend langzaam gaat het apparaat van 6 naar 7 naar 8. Bij 12 begin ik ongeduldig door de kamer te stekkeren… In mijn hoofd ga ik de zinnen af waarmee ik dit bericht zal openen. Iets over haast. En dat ze het langzamer aan moeten doen. Langzaam is beter. Ja man, stukken beter. “Pak die van mij dan”, hoor ik mijn lief roepen vanuit de naastgelegen kamer, “die doet het wel”. Ze bedoelt het vast goed, maar ik ben een getergde Microsoftziel. Daar helpt geen goed woord bij.