Een groot dierenliefhebber ben ik altijd al geweest. In het gezin waar ik uit kwam, liepen altijd wel een stuk of wat katten rond, er waren honden, kippen, vissen, cavia’s en zelfs een landschildpad. De liefde en het respect voor de natuur is er bij mij met de paplepel ingegoten. Net als vlees eten tot het vet bij je oren zat en melk drinken, overigens. Veel melk, daar werd je sterk van. Toen ik als tiener opeens riep dat ik vegetariër wilde zijn, zei mijn vader: “Zet dat maar uit je hoofd, dat is te lastig voor je moeder”. Introvert en braaf als ik was, had ik ontzag voor mijn vaders diepe bas en ik gehoorzaamde. Het was pas vele jaren later dat ik de dieren definitief van mijn bord weerde en sinds een paar maanden, na 16 jaar vegetarisme, eet ik volledig plantaardig.
Gewetensdiertje
Als vegetariër dacht ik altijd goed bezig te zijn, maar al een aantal jaar knabbelde er een klein diertje aan mijn geweten. Dat diertje wees mij er telkens weer op dat je als vegetariër nog steeds meewerkt aan het in stand houden van de veestapel, aan het uitbuiten van koeien en het dood maken van haantjes. Het zat mij dwars als ik zuivelproducten of eieren gebruikte, maar ik negeerde het. Als ik het niet meer kon negeren verviel ik in ge-ja-maar. Ja, maar ik kan niet zonder kaas. Ja, maar hoe vervang je dan eieren. Ja, maar veganisten zijn van die ongezellige types. Ja, maar veganistisch eten is van dat grauwe, lelijke voedsel. En zo ging het maar door.
De definitieve omslag kwam toen ik een veganist ontmoette op een schrijfcursus. Een leuke, energieke vrouw van mijn leeftijd. Zij had een eigen website over veganisme, vertelde er wel eens wat over, we werden Facebookvrienden en ik mocht mijn ja-maar vragen aan haar stellen. De vrouw spoorde mijn gewetensdiertje aan om flinke happen uit mijn geweten te nemen en ik nam een besluit: veganisme zou het worden.
Twee pogingen
Mijn eerste poging mislukte een beetje. Achteraf gezien had dat twee redenen. De eerste reden was dat ik het vooral als een persoonlijke keuze zag waar ik niemand mee lastig mocht vallen en de tweede reden was dat ik alles wat ik voorheen kookte, één op één wilde vervangen door veganistische alternatieven. Geloof me, mocht je aan het begin staan van veganisme: val niet in die kuil want daar word je vreselijk chagrijnig van. Langzamerhand deed de zuivel weer zijn intrede in mijn eetpatroon, maar het veganisme liet mij niet los.
De tweede poging kwam toen mijn dochter vorig jaar aan mij vroeg om samen veganistisch te gaan eten. In 21 dagen kun je een gewoonte echt veranderen, dus zo lang moesten we het zeker vol gaan houden. We hebben de dagen met gemak doorgemaakt en met veel plezier beleefd. Het kostte ons weinig moeite en wat eerst moeilijk leek werd een spannende ontdekkingstocht. De grootste succesfactor was dat we het samen deden. We konden onze moeilijke momenten aan elkaar kwijt en deelden de informatie die we over veganisme vonden. Ook maakten we vooral veel nieuwe gerechten aan de hand van veganistische recepten. Zo leerden we spelenderwijs hoe je heerlijk plantaardig kan koken en waarmee je zuivel, eieren en kaas in gerechten kunt omzeilen of vervangen.
Persoonlijke keuze
Wat ook een belangrijke factor was: ik zag in, dat de stelling dat het een persoonlijke keuze is, niet klopt. De reden waarom ik veganist ben geworden is niet alleen omdat ik dieren zo leuk, lief en fascinerend vind. Dat zijn ze zeker maar het zijn ook wezens zonder stem, zwakkeren die niet opgewassen zijn tegen degenen wie ze onrecht aandoen. Daarnaast is het voor mij een keuze tegen overbevissing, milieuvervuiling en het wereldvoedselprobleem. Noem dat nog maar eens persoonlijk. Volgens mij is zo’n keuze net zo persoonlijk als geen nucleair afval dumpen in een natuurgebied.
Tegenstand
Is het gemakkelijk om voor een veganistische levensstijl te kiezen? Meestal wel maar het stelt je wel soms voor wat uitdagingen. Zo is het niet altijd handig in sociale situaties en is uit eten gaan niet meer vanzelfsprekend. Helaas ben je meestal de uitzondering op de regel. Waar vegetarisme al niet meer zo bijzonder is; veganisme is voor velen nog een brug te ver. Ook als je er over praat krijg je heel wat tegenstand te verduren. Dat kan ik tegenwoordig gelukkig goed hebben. Nog steeds heb ik een introverte aard, maar braaf en gehoorzaam ben ik al lang niet meer. Je kunt tegen mij bassen wat je wilt, maar ik wijk niet meer van mijn standpunt. Dat het lastig is voor een ander? Dat is dan maar zo!
Geïnspireerd om veganist te worden? Hier zijn wat tips:
- Sluit je aan bij Facebookgroepen. Hier vind je steun en informatie. Mijn favoriet is Super Vegans, ook handig Vegan supermarkt (want je hoeft heus niet alles in de biowinkel te kopen) en Vegan Nederland.
- Doe mee met de Veganchallenge.
- Zie het als een ontdekkingsreis. Je zult veel nieuwe smaken en ingrediënten ontdekken.
- Bekijk het positief, dus zeg: “Ik kies er voor om iets anders te eten, “ i.p.v. “Ik mag dit niet meer eten”.
- Bereid een ‘elevator pitch’ voor. Een kort antwoord op de vraag waarom je veganist bent.
Ontdekkend veganist, schildpad, schrijver, compassievol, artistiek, gek op eten/koken en o, ja ook nog functioneel applicatiebeheerder
Die elevator pitch, dat vind ik dus een enorm goed idee!!! Wat is die van jou?
Door schade en schande wijs. Ik stond in het begin met een mond vol tanden en besefte dat mensen meestal weinig geduld en tijd hebben voor het hele verhaal. Dus ik zeg meestal zoiets: “Ik ben veganist omdat ik me zorgen maak over de toekomst voor wat betreft milieu, wereldvoedselproblematiek en overbevissing. Daarnaast vindt ik dat dieren niet moeten lijden of gedood moeten worden ten behoeve van ons genot”
Maar: still working on it!
Oeps *vind*
Mijn tot nu toe beste pitch is: ‘Ik zou zelf geen dier kunnen slachten dus wil ik niet dat iemand anders het voor voor mij moet doen… ‘
Heb maar 1 keer meegemaakt dat de persoon die het aan mij had gevraagd geen enkele probleem had met het slachten van dier.. en dat na 22 jaar… not bad not bad… 😉
Kort maar krachtig en helemaal goed als dat voor jou werkt. Ik merk zelf toch dat als je het alleen over het dierenleed hebt dat je dan al snel als weekhartige dierenknuffelaar wordt weggezet en het dus weer als een persoonlijke hobby wordt gezien. Dus ik vertel mensen graag dat het om meer gaat dan dat.
Ik zag laatst een filmpje van een voordracht van Bite Sized Vegan. Het was iets als: “Houd je van mensen? Houd je van dieren? Houd je van deze planeet? Houd je van jezelf? Goed zo, dan ben je in je hart al een veganist. Je hoeft het alleen nog maar in de praktijk te brengen.” Ik zal eens kijken of ik dat nog ergens kan vinden. Ze is me een beetje te snibbig en radicaal, maar dit vond ik wel leuk.
Daar is ie: