Decennialang stond Duitsland bekend als het land van degelijke kwaliteit. Met hun Gründlichkeit bouwden de Duitsers de beste auto’s, wegen, fabrieken, wasmachines en tal van andere producten. Hun economie was één van de sterkste van Europa en de Duitse Mark de sterkste munt. Door de hereniging tussen Oost- en West-Duitsland kreeg de economie een deuk. Maar inmiddels zijn de Duitsers weer helemaal terug. Op tal van terreinen lopen ze voor op de rest van Europa en zijn ze wederom het voorbeeld. De Duitse Energiewende, biologisch voedsel, verantwoorde producten, privacy, cultuur, ondernemerschap en privacy. En wederom die economie, die eerder uit de crisis kwam dan de rest van Europa.
Duurzame energie: De Duitse Energiewende
Na de ramp met de Japanse kerncentrale Fukushima besloot de regering Merkel dat het tijd was voor de Energiewende. Een ambitieus plan om alle 17 Duitse kerncentrales te sluiten voor 2022 en het aandeel groene stroom te laten groeien naar 80% in 2050. Tegenstanders riepen dat het allemaal mis zou gaan, dat mensen zonder stroom zouden komen te zitten en dat de energieprijzen hard zouden stijgen.
Nou zijn de energieprijzen in Duitsland inderdaad wat hoger geworden. Maar die stijging komt met name door de onrendabel geworden kolencentrales, die leveranciers in de prijs van energie meenemen. Vervelend voor de consument, maar wel een tijdelijk probleem. Duitsland investeert in een nieuwe energievoorziening die op termijn juist goedkoper zal zijn. Want we weten ook dat fossiele bronnen opraken, en elk land op termijn zal moeten overschakelen op stroom uit zon, wind en water.
In Nederland modderen we nog steeds aan met kolen en gas, en schuiven we de rekening van de transitie voor ons uit. Concreet betekent dat, dat we de rekening later alsnog moeten betalen, met rente. In Nederland is ongeveer 4,5% van alle stroom groen. Maar de Duitsers zijn al goed aan de slag en zitten al op 25%. In Scandinavië (waterkracht) en Spanje (zon) liggen de percentages nog hoger, maar die hebben woestijnen en fjorden, dus die vergelijking gaat niet helemaal op.
Duitsland scoort een mooie tweede plek op de performance rank van de global green economy index. Op het gebied van energie is Duitsland dus hét voorbeeld waar we van kunnen leren.
Biologisch en verantwoord eten
Wie in een Nederlandse supermarkt tussen de biologische producten kijkt kan er niet omheen. De Duitsers zijn dominant. Veel biologische en verantwoorde producten worden door onze oosterburen ontwikkelt, verbouwt en verhandelt. Het aanbod van biologische producten bij de grote supermarkten in Nederland is de afgelopen jaren gegroeid. In de meeste winkels zijn ze niet meer in een achteraf hoekje weggestopt, maar liggen ze gewoon tussen de rest van het aanbod. Een belangrijk verschil, omdat biologisch de geitenwollensokkentypes inmiddels ontstegen is en mainstream begint te worden.
In Duitsland heeft die verandering eerder ingezet waardoor het aanbod groter is. Dat geldt naast eten ook voor cosmetica. Ook de grootste beurs voor biologisch eten vindt plaats in Duitsland. Op de Biofach stonden 2.263 exposanten uit 76 landen. Het publiek: 42.000 mensen uit 135 landen!
Toiletten zonder water
Wie wel eens voor een vakantie door Duitsland heeft gereden kent Sanifair. Bij zo’n beetje elk tankstation zijn ze te vinden, met schone toiletten, urinoirs die doorspoelen zonder water te gebruiken en het bekende bonnetje waarmee je een jaar lang 50 cent terugkrijgt bij een aankoop in de tankstationwinkel van een willekeurig tankstation in Duitsland.
In Nederland zien we sinds kort vergelijkbare concepten opduiken, maar op typisch Nederlandse manier. Elke keten z’n eigen systeem. De bonnetjes van de Shell kun je niet bij de Texaco inleveren, en vaak zijn ze maar 3 of 6 maanden geldig. Tegen de tijd dat je het juiste merk tankstation weer gevonden hebt, zijn ze vaak al verlopen en heb je dus wel de volle mep betaald voor je toiletbezoek.
Sanifair is niet alleen fair qua prijs, maar neemt daarnaast ook zijn verantwoordelijkheid voor het milieu. Zo gebruiken ze bijvoorbeeld watervrije urinoirs (Urimat). Dat scheelt per plasbeurt zo’n 4 tot 6 liter schoon drinkwater. Met de aantallen die een gemiddeld tankstation langs de Autobahn zal halen, hebben we het dus over een enorme besparing van water.
Privacywetgeving
Het internet, smartphones en social media bieden veel goeds. We hebben toegang gekregen tot veel meer informatie, we kunnen altijd eenvoudig in contact komen met onze naasten en hoeven niet meer naar een winkelstraat om nieuwe kleren te kopen. Maar het internet heeft ook een keerzijde. We laten bij elk bezoek aan een website informatie achter over onze interesses. En de gps in onze smartphones helpt ons de weg te vinden, maar vertelt ook aan derden waar we zijn.
Het internet is grotendeels gratis omdat allerlei bedrijven die informatie over ons gebruiken. Maar dat roept wel discussies op over de grenzen. Hoeveel privacy willen we opgeven en hoeveel willen we daarvoor terug krijgen van het internet? Ook overheden, vervoersbedrijven, banken en verzekeraars leggen steeds meer gegevens over ons vast. Vaak met de beste bedoelingen. Maar soms wel matig beveiligd. En de geschiedenis leert ons dat goed bedoelende overheden soms worden vervangen door overheden die ineens hele andere plannen hebben.
Als er één land is waar mensen snappen wat privacygevoelige informatie kan doen in de handen van de verkeerde mensen, dan is het Duitsland. Misschien is het daarom dat de privacy discussies bij hen vaak een andere uitkomst hebben. Overheden zijn terughoudender bij het vastleggen van data. Bedrijven in Duitsland waren lange tijd verplicht om data binnen de EU op te slaan (veel Nederlandse bedrijven hebben hun data in de VS staan, een land waarvan we sinds Snowden weten dat ze van alles doen en mogen om bij die gegevens te komen). En Google kreeg een verbod om foto’s in de straten te maken voor Google Streetview.
Duitse economie koploper in Europa
Veel mensen denken dat duurzaamheid slecht is voor de economie. Dat al die geitewollensokkelhobby’s afhankelijk zijn van subsidies en dat ze de ‘echte’ economie in de weg staan en belemmeren. Maar de Duitsers bewijzen dat dat niet waar is. Ze zitten niet alleen in de kopgroep van meest groene landen van Europa, hun economie is zelfs het snelst uit de crisis gekomen. De Nederlandse bruto binnenlands product zat eind 2014 op 98,2% van het niveau voor de crisis. Waarschijnlijk zullen we in 2015 of 2016 weer op 100% komen en kunnen we na 7 of 8 jaar zeggen dat de crisis voorbij is. De Duitsers zaten in 2011 al op 100%. Daar duurde de crisis dus maar 3 jaar. En eind 2014 zat het BBP daar zelfs op 103,8%, waarmee ze koploper in Europa zijn. Fors investeren in duurzame energie en duurzaamheid kan dus prima hand in hand gaan met een gezonde economie.
Bron: CBS, Eurostat
Duitsland, wederom hét voorbeeld voor Europa
Bovenstaande voorbeelden laten zien hoe hard de Duitsers bezig zijn. Ze lopen voor op de meeste Europese landen met hun duurzame energie en hebben de sterkste economie. De consument heeft een grote keuze aan biologische en verantwoorde producten. En ze kiezen een gezondere en vooral bewustere balans in allerlei privacy-discussies. Daarnaast is Berlijn een broeiende stad voor kunstenaars en cultuurliefhebbers die zich zeker kan meten met Parijs, en vestigen steeds meer kleine ondernemers zich in de Duitse hoofdstad. Ook de Europese politiek wordt grotendeels door de Duitsers bepaald. We kunnen wel stellen dat Berlijn de hoofdstad van Europa is en de Duitsers hét voorbeeld.
In het dagelijks leven is Remi als Kiemfabriek vooral interim marketeer voor bedrijven en organisaties die de wereld wat mooier maken. Soms rond strategie of management en soms met de handen aan de knoppen in bijvoorbeeld campagnes. Thuis heeft Remi samen met Cecile en Emily een eigen voedselbos en permacultuurproject de Hommelgaard in een klein dorpje in Drenthe. Veel artikelen zijn vooral daarop geïnspireerd.