Uit onderzoek blijkt dat bijna alle Nederlanders duurzame energie willen. De ‘energie’ die we gebruiken bestaat onder andere uit brandstoffen voor vervoer, gas voor de verwarming van huizen en elektriciteit voor allerlei apparaten. In dit artikel ga ik in op groene stroom. Wat zijn de mogelijkheden? Wat is de meest duurzame stroom? Ik vergelijk energieleveranciers, zelf opwekken of een energiecollectief. Welke groene stroom is het groenst?
Groene stroom van een traditioneel energiebedrijf
De grote traditionele energiebedrijven hebben vooral grote dure kolencentrales, gascentrales en soms zitten ze ook in kernenergie. Zo’n kolencentrale gaat 40 tot 50 jaar mee, maar de verschuiving van de vraag naar groene stroom gaat veel sneller. Daarom sjoemelen deze energiebedrijven grootschalig door het inkopen van certificaten van met name waterkrachtcentrales uit Noorwegen. Koop je als consument ‘groene’ stroom van zo’n traditionele club, dan koop je dus waarschijnlijk energie uit een kolen- of gascentrale waar ze een label ‘groen’ op hebben geplakt. Dat noemen we sjoemelstroom.
Als je overstapt van grijze stroom naar groene stroom, dan wil je dat je leverancier ergens een zonnepaneel of een stukje windmolen voor jou neerzet, zodat de productie van groene stroom daadwerkelijk verhoogd wordt. Maar bij sjoemelstroom gebeurt dat niet. Je denk dat je goed bezig bent, maar er wordt geen kilowatt extra groene energie geproduceerd. Sommigen presteren het zelfs om kernenergie een groene optie te noemen door te claimen dat de opwekking van kernenergie CO2-neutraal is. Echter, bij de winning van- en het transport van uranium (veelal uit schurkenstaten) komt veel CO2 vrij, dus kernenergie is geen groene energie. Gelukkig zijn er nog een paar andere opties!
Groene stroom van een groen energiebedrijf
Er zijn een aantal energiebedrijven die écht groen zijn. Van de grote namen zijn Eneco en Greenchoice de groenste stroomleveranciers. Kleinere partijen als de Windunie, Huismerk energie, Raedthuys en Qurrent scoren nóg beter aldus onderzoek door de Consumentenbond, Greenpeace, Hivos en Natuur & Milieu. Zie voor dit hele onderzoek, inclusief de volledige lijst energiebedrijven bijvoorbeeld de Consumentenbond. Ze doen dit onderzoek jaarlijks, dus mocht je dit artikel laat in 2015 of na 2015 lezen, google dan even naar de nieuwste versie. Voordeel van groene stroom van een duurzaam energiebedrijf is dat je er nauwelijks moeite voor hoeft te doen. Je stapt eenmalig over, en je krijgt groene stroom. Simpeler kan haast niet.
Groene stroom van je eigen dak
Sterk in opkomst zijn zonnepanelen (PV-panelen) waarmee je zelf je eigen stroom produceert. Daarmee ben je zelf energieproducent. Als je huis een gunstig dak heeft, met voldoende oppervlakte aan de zonnige kant, dan zijn zonnepanelen een betere investering met een hoger rendement dan het geld op de bank laten staan. Je hebt nog wel een partij nodig die de administratie doet, want op sommige momenten leveren je zonnepanelen meer op dan je zelf verbruikt, en op andere momenten is het andersom. Energiebedrijven zijn in Nederland verplicht om 5000 kWh per jaar te salderen. Dus als je aan het eind van het jaar meer geproduceerd dan gebruikt hebt, krijg je geld van je energiebedrijf!
Zelf energie opwekken draagt bij aan het decentraal maken van de energievoorziening. Als Nederland grootschalig decentraal gaat opwekken, hoeven er veel minder hoogspanningsmasten in het landschap te worden geplaatst. Bovendien gaat een deel van de energie verloren bij het transport, dus is het efficiënter om energie lokaal of regionaal op te wekken en te gebruiken. Heb je een elektrische auto, dan kun je die opladen met je eigen stroom en kun je gratis rijden. En tegelijkertijd gebruik je je auto als opslag voor energie, zodat je panelen nog beter renderen.
Een nadeel van PV-panelen: de investeringskosten. Je moet ze wel zelf eerst kopen. Maar als je nu € 8.000,- op de bank hebt staan, dan krijg je tussen de 1% en 1,5% rente. Geef je diezelfde € 8.000,- uit aan zonnepanelen, dan is het rendement een stuk hoger. De schattingen lopen wat uiteen, omdat het onduidelijk is wat de energieprijzen de aankomende 20 jaar gaan doen. Maar een rendement van 12% tot 16% lijkt een reële schatting. Als je huis geschikt is, ben je een dief van eigen portemonnee als je nog geen zonnepanelen en wel een aardig banksaldo hebt.
Helaas heeft lang niet iedereen een geschikt dak. Zelf woon ik bijvoorbeeld in een tussenwoning, met een klein dak op de zuidkant, met een flinke dakkapel. Daardoor is er krap ruimte voor 4 zonnepanelen, terwijl we er 7 nodig hebben voor ons (vrij zuinige) energieverbruik. De vaste kosten voor de omvormer (€ 1.000,-) en het installatiebedrijf drukken daardoor erg op de relatief lage kosten van de panelen, waardoor zonnepanelen bij ons slechts een halve oplossing zijn en die helft is vervolgens vrij duur.
Groene stroom van een energiecollectief of energiecoöperatie
Is je dak niet geschikt voor zonnepanelen, bijvoorbeeld omdat je huurt, omdat er een grote boom voor staat of omdat er onvoldoende geschikte ruimte aan de zuidzijde is, dan kun je overwegen om je aan te sluiten bij een energiecollectief. Deze collectieven zijn vaak regionaal georganiseerd en de afgelopen jaren zijn ze als paddenstoelen uit de grond gekomen. Vaak gebruiken ze de daken van boerenschuren (groot dak, geen schaduw van omliggende gebouwen) om grote hoeveelheden zonnepanelen op te leggen. Die panelen zijn vaak weer eigendom van het collectief.
Huur je een flatje in een grote stad, dan kun je meedoen en komen jouw panelen op een boerderij verderop te liggen. In veel gevallen investeren deze lokale energiecoöperaties ook in biovergisters (om bijvoorbeeld groen gas te winnen uit organisch materiaal), zonneweides (een weiland vol zonnepanelen) en soms in windmolens of waterkracht. En ze helpen bij het in de praktijk brengen van duurzame initiatieven, bijvoorbeeld door de kantine van de lokale voetbalclub te voorzien van PV-panelen.
Coöperaties zijn een mooi alternatief voor het zelf opwekken van energie. Door het regionale karakter, weet je zeker dat je investering ook daadwerkelijk wordt geïnvesteerd in duurzame energie uit de regio en je hoeft niet zelf al het uitzoekwerk en de voorinvestering te doen. Enkele voorbeelden: Zeeuwind, Texelenergie, Tegenstroom (Haarlemmermeer), Windunie (landelijk) en Grunninger Power. In sommige gevallen zijn de kleine initiatieven ook weer samen georganiseerd. Zo verkoopt NLD energie (Noordelijk, Lokaal, Duurzaam) bijvoorbeeld de energie van zo’n 30 coöperaties uit het noorden.
Groene stroom van de bron
Er zijn ook marktplaatsen voor energie waar aanbieders van duurzame energie hun energie direct verkopen aan jou, de consument. Een voorbeeld is vandebron. Op die site kun je je ‘eigen’ energieboer uitzoeken. Dit zijn bijvoorbeeld boeren die een windmolen of een biovergistingsinstallatie hebben. Je koopt je energie dus letterlijk van de boer die jij hebt uitgekozen. Vandebron doet de administratieve afhandeling en daar betaal je vastrecht voor. Maar ze verdienen niets aan de energie zelf. Daardoor krijgen zowel de producent als de klant een betere prijs. Wat ik leuk vind aan dit initiatief is het persoonlijke karakter. Wat ik een nadeel vind is het landelijke karakter. Bij mij in de buurt is er maar één producent die meedoet, en omdat ik dat wel belangrijk vind, heb ik dus geen keuze. Maar in veel andere regio’s doen meer boeren mee.
Mijn keuze voor groene stroom
Zelf energie opwekken moet volgens mij altijd de voorkeur hebben. Daarmee ben je zelf de baas, kom je financieel het beste uit en draag je het meest bij aan de transitie naar decentrale duurzame energieopwekking. Maar helaas bleek ons dak ongeschikt. Die droom parkeer ik dus even tot een volgend huis en in de tussentijd koop ik groene stroom via een echt groene energieleverancier. Op dit moment is dat nog een landelijke partij, maar binnenkort stap ik over naar een lokale variant. Ik woon in Groningen en we hebben hier al genoeg last van de fossiele verslaving van Nederland. Daarom wil ik duurzame energie uit Groningen. Ondertussen werk ik aan de verdere isolatie van mijn woning, zodat ik minder energie verbruik, een beter energielabel krijg én een lagere energierekening betaal.
Credits featured image: G M, licentie: CC BY 2.0 (Commercieel hergebruik, inclusief aanpassing)
Credits zonnepanelen image: jonsowman, licentie: CC BY 2.0 (Commercieel hergebruik, inclusief aanpassing)
In het dagelijks leven is Remi als Kiemfabriek vooral interim marketeer voor bedrijven en organisaties die de wereld wat mooier maken. Soms rond strategie of management en soms met de handen aan de knoppen in bijvoorbeeld campagnes. Thuis heeft Remi samen met Cecile en Emily een eigen voedselbos en permacultuurproject de Hommelgaard in een klein dorpje in Drenthe. Veel artikelen zijn vooral daarop geïnspireerd.