Het kan NET!

15 november 2024

Wat is een vol net? Is het net wel vol? Wat kunnen we er aan doen en wat gebeurt er al? En waarom netcongestie voorlopig vooral op papier bestaat.

In de reacties op mijn voorgaande posts, met name over warmtepompen, is vaak terug te zien dat er zorgen zijn over het net en meer specifiek de belasting van het net. “Als iedereen aan een warmtepomp moet is dat een enorme belasting voor het net!”. Om deze zorgen in perspectief te zetten zal ik met dit artikel proberen informatie over te brengen over de belasting van het net, wat het verschil is tussen netcongestie en transportschaarste en hoe een vol net wordt bepaald.

Toeval wil dat tijdens het schrijven van dit artikel de NPO en EO in samenwerking met onder andere Stedin en Ministerie van Klimaat en Groene Groei een fictieve langdurige blackout lieten zien in een tv-programma. Een onwaarschijnlijk scenario, netbeheerders gaan immers prat op een leveringszekerheid van 99,99%, maar het geeft wel een goed beeld van hoe afhankelijk we zijn van het net en dat we er allemaal bij gebaat zijn dat dit goed blijft functioneren. Ik vraag me af wat het financieel zou betekenen voor een netbeheerder wanneer zoiets werkelijk zou gebeuren kijkend naar de vastgestelde vergoedingen bij storing volgens Autoriteit Consument & Markt:

ACM | Een black-out van 52 uur over 3 provincies is een aardige vergoeding vanuit de netbeheerder

In de media worden vaak de bekende rode kaarten van Netbeheer Nederland getoond al roepende “netcongestie!!1”. Die kaarten tonen echter transportcapaciteit of meer specifiek transportschaarste en die twee termen zijn niet hetzelfde, dat wordt in dit artikel uitgelegd. Deze kaarten zijn gedurende het schrijven van dit artikel weer geüpdatet. Ze laten nu ook capaciteit op verschillende netvlakken zien (midden-, en hoogspanning) en waar uitbreiding in aantocht is met een verwachtte realisatiedatum, mooi!


Wat is een vol net?

Op bedrijventerreinen, grootverbruik aansluitingen.

Tot op enkele jaren geleden hoorde je niemand over netcongestie of “het net zit vol”. Als bedrijf kon je een geschikte plek uitzoeken voor een nieuwe productielocatie en het regelen van een bijbehorende aansluiting met capaciteit was enkel een administratieve handeling. Dat is nu wel anders, aanvragen voor nieuwe grootverbruik aansluitingen komen op een wachtlijst die inmiddels wel op kan lopen tot 8 jaar. Bestaande bedrijfspanden in de verhuur adverteren met de beschikbare aansluiting en capaciteit boven het aantal vierkante meters. “Het net zit vol” dus.

Hoe wordt er dan bepaald dat het net vol zit? Er zijn grofweg twee stromingen (pun intended) waarmee dit wordt bepaald, contractueel en fysiek.

ROYWORKS | Misschien nog beschikbaar als je snel bent 🤷🏼

Transportschaarste; een contractueel/theoretisch vol net

Eerst de contractuele variant, die is misschien wat makkelijker te begrijpen. Als voorbeeld nemen we een klein bedrijventerrein waar voor het hele terrein één onderstation is aangesloten op het hoogspanningsnet en een capaciteit heeft van 20MVA*. Daaronder vallen 20 bedrijven die toevallig ieder exact 1000kVA capaciteit aan vermogen contractueel hebben vastgelegd met de netbeheerder. Dit werkt overigens ook anders dan bij een kleinverbruikaansluiting (zoals thuis); als bedrijf met een grote energievraag neem je een contract af bij de netbeheerder voor de aansluiting en een contract voor het vermogen wat over die aansluiting mag worden getransporteerd. Grootverbruikers mogen dit afgesproken vermogen op ieder moment aanspreken en het is dus theoretisch mogelijk dat in het voorbeeld alle 20 bedrijven op momenten 100% van het vermogen aanspreken. Het station zit dus met 20 stuks 1000kVA aansluitingen op momenten misschien fysiek vol.

Echter zal in de praktijk dit niet de enige factor zijn die bepaalt of er transportschaarste is (en is er meer marge dan 0% fysiek beschikbaar), er wordt namelijk bij dergelijke onderstations ook gemeten door de dienstdoende netbeheerder. Deze metingen vormen een basisbepaling, daarbij wordt opgeteld wat er dus contractueel is vergeven in aanbouw en een schatting voor autonome groei (verschuiving naar EV’s, warmtepompen, overige elektrificatie binnen bestaande aansluitingen). Het resultaat van deze optelsom geeft aan of er nog transportcapaciteit beschikbaar is, of dat het lokale net contractueel vol zit.

Omdat het voorbeeld voor het gemak theoretisch is; er is in de netcode inmiddels ruimte gegeven om tot 110% te mogen aansluiten en tot 150% wanneer congestiemanagement wordt toegepast (later meer hierover bij de mogelijke oplossingen). Dus; contractueel wordt er gekeken naar het theoretische maximum en niet zo zeer naar de praktijk. Dit richt zich daarmee op transportschaarste, wanneer er theoretisch 0% nog beschikbaar is, dan is transport van energie -ahum- zeer schaars.

En dit geldt natuurlijk in twee richtingen, bij afname en bij teruglevering. De bijbehorende bezettingsgraad voor deze twee richtingen hoeft niet gelijk te zijn, een locatie met veel energievraag maar weinig opwek kan bijvoorbeeld eerder een aansluiting bieden voor een windturbine dan nog een productiehal. Bij de afname kant kleurt de capaciteitskaart dan rood, bij invoeding misschien pas oranje.

Die kaarten worden te pas en te onpas getoond met een overwegend roodgekleurd Nederland. Maar deze laten dus transportschaarste zien, niet netcongestie, het verschil wordt na het deel over netcongestie hopelijk meer duidelijk.

* MVA staat voor megavolt-ampère, en ja dat is een rare term als je gewend bent een aansluiting uitgedrukt te zien in 1x35A, 3x25A of 3x80A. Dat zijn waarden die de meesten wel kennen; bijvoorbeeld 230V laagspanning en dat dan maal 3 voor het aantal fases en per fase 80 ampère beschikbaar, dan heb je beschikking over (3 x 230 x 80 = ) 55,2kW, kilowatt aan vermogen.

Boven die aansluitingswaarden ga je dus praten over volt-ampère, ook omdat het voltage hoger kan zijn; 230V is het laagspanningsnet, 1000-25.000V is ongeveer middenspanningsbereik en 110.000-380.000V is het Nederlandse hoogspanningsnet. Het verschil tussen watt en volt-ampère als uitdrukking voor beschikbaar vermogen zit in de powerfactor; de verhouding tussen werkelijk en schijnbaar vermogen. Dit wordt heel snel heel technisch en ik heb bedreigingen gehad met een flink pak slaag dus ik hou het hierop; de powerfactor zie je het liefste zo dicht mogelijk tegen 1 aan; dan raakt er zo min mogelijk energie verloren, een soort rendementsfactor voor het transport.

Netcongestie; momenten van een lokaal vol net in de praktijk

De fysieke variant van een vol net. Dit is wat er lokaal wordt gemeten, of in ieder geval zou moeten worden gemeten. In vrijwel alle onderstations bij bedrijventerreinen wordt er door de dienstdoende netbeheerder gemeten hoeveel vermogen er op elk moment wordt gevraagd. Je kunt je voorstellen dat op een zaterdagnacht doorgaans niet 100% van het vermogen op het terrein gevraagd wordt maar dat dit slechts 5-10% is op dat moment. Door toename van elektrificatie en ook het terugleveren van opgewekte energie komt het echter steeds vaker op momenten(!) voor dat er gemeten wordt dat het net op of tegen het maximum van de transporteerbare capaciteit zit. Zo’n moment is dan een fysieke congestie; een ophoping of file van het vermogen wat niet bij de vragende partij kan komen of niet terug geleverd kan worden.

Dat kun je overigens ook terugzien in de netspanning. Bij laagspanning verwacht je 230V uit het stopcontact, wanneer er echter lokaal veel vermogen wordt gevraagd kan dit voltage zakken tot wat we als ondergrens hebben afgesproken in de netcode; 207V. En datzelfde is voor meer mensen herkenbaar de andere richting op; bij teveel invoeden kan het voltage oplopen tot 253V, toevallig precies het voltage waarop zonomvormers zichzelf uitschakelen, welnu; dat is geen toeval. Deze beschrijving gaat met 230V enkel over het laagspanning deel van het net maar congestie kan op ieder niveau plaatsvinden, laag-, midden-, en hoogspanning, waar het op een vergelijkbare wijze meetbaar is.

HomeWizard P1 logger laat zeer lokaal de netspanning uitlezen

Voor netcongestie geldt het volgende:

  1. Netcongestie is lokaal.
  2. Netcongestie is een momentopname
  3. Netcongestie moet real-time gemeten worden

Het residentiële net, kleinverbruikaansluitingen

Bovenstaande is ook van toepassing op het residentiële net met een paar belangrijke verschillen. Je spreekt doorgaans over kleinverbruikaansluitingen met aansluitwaarden van bijvoorbeeld 1x25A, 1x40A, 3x25A tot en met 3x80A. Dus, in theorie betaal je netbeheerkosten om gebruik te mogen maken van maximaal 17,25kW bij een 3x25A aansluiting (3 x 230 x 25). In de praktijk gebruik je doorgaans maar een fractie hiervan en dat is ook waar vanuit het verleden rekening mee wordt gehouden door de netbeheerders. Het net is officieus, want krijg er geen enkel artikel over gevonden anders dan wat netbeheerders wel eens zeggen, uitgelegd op zo’n 1,5kW gelijktijdig per kleinverbruikaansluiting. En dat kwam voor lange tijd wel overeen met de praktijk, met als grootste vermogensvraag een wasmachine of strijkijzer. En als er dan al 2 van de 100 aansluitingen op de transformator in de wijk meer gebruikte dan maakte dat voor de gelijktijdigheid niet uit. Zover geen probleem.

Echter begint dit nu wel een probleem te worden. Waar bij grootverbruik aansluitingen het maximale te benutten vermogen ook daadwerkelijk wordt gereserveerd bij de lokale verdeling, is dat bij een kleinverbruikaansluiting niet het geval. Je kunt je dus voorstellen dat waar voorheen maximaal gelijktijdig 1,5kW werd gevraagd per woning en er vanuit de transformator 200kW beschikbaar is voor, zeg, 100 woningen (fictief voorbeeld) het nu op momenten niet meer uit gaat kunnen als er 20 elektrische auto’s gelijktijdig met 11kW gaan laden in die wijk. Dit vermogen is niet alleen niet gereserveerd ondanks de betaalde 20 stuks 3x25A aansluitingen maar ook gewoon niet beschikbaar. Dat “betaalde” is ook een issue trouwens. Een 3x25A aansluiting is eigenlijk te goedkoop in Nederland, totaal niet in verhouding met andere aansluitwaarden en zelfs daarvan zou je kunnen stellen dat deze zeer/te goedkoop zijn. Maar je betaalt als kleinverbruiker dan ook eerder voor theoretische beschikking over die 3x25A en meestal komt dat uit, tot iedereen gelijktijdig die 3x25A wil gaan benutten. Gelijktijdigheid is voor het “volle net” een belangrijk onderwerp, ook voor een oplossingsrichting.

Kleinverbruikaansluiting en transportschaarste

Dus als we terugkijken naar transportschaarste hierboven bij bedrijventerreinen; het theoretische vaststellen of het lokale net vol is. Dan werd daar in residentiele gebieden ruim overheen gegaan. Immers, iedereen kon een 3x25A verzwaring aanvragen tot op voor kort en afgezien van tekorten in meters werd deze verzwaring vrij snel geleverd. Hiermee werd ruim over de lokale beschikbare capaciteit heen gegaan want gelijktijdigheid lag immers op zo’n 1,5kW per aansluiting… Go figure. Inmiddels is het niet meer zo makkelijk verdelen; een bestaande kleinverbuikaansluiting kan in bepaalde gebieden niet worden verzwaard. Nieuwbouw wordt grotendeels ingecalculeerd voor aanvang bouw maar ook hier zijn er situaties waarbij een aansluiting niet kan worden geboden. Volgens de wet zijn netbeheerders verplicht binnen een redelijke termijn een kv-aansluiting te realiseren maar je raadt het al, die redelijke termijn loopt op.

Netcongestie bestaat niet echt* op het residentiële net

Dan komt hier bij; op de verdeelstations van bedrijventerreinen wordt meestal gemeten, in residentiële gebieden maar weinig.

*Netcongestie bestaat in het residentiële deel van het net daarom voorlopig voornamelijk in Excel spreadsheets, in theorie, omdat er te weinig gemeten wordt. De verschillende netbeheerders zijn dit wel aan het uitbreiden. Ieder in een eigen tempo, Enexis zegt meer dan 50% van laagspanning aansluitingen te bemeten en is daarmee leidend onder de grote netbeheerders. Maar vooralsnog kan er maar moeilijk worden gezegd waar en wanneer er netcongestie optreedt (niet real-time) terwijl dat het belangrijkste is wanneer er iets aan gedaan moet worden. Er kan dus, als er al wordt gemeten, gezegd worden wanneer een gebied tegen de maximale capaciteit aan begint te lopen maar niet wanneer het fysiek vol zit, dat zijn momenten.

De momenten waarop het net echt vol zit op een dag en er dus netcongestie optreedt zijn op zijn best dus matig inzichtelijk op enkele locaties van het residentiële deel van het net. Ik hoor je denken; “Ja maar, met mijn HomeWizard P1 lezer kan ik simpelweg uit de stroommeter uitlezen wat de netspanning is. Dat is toch een indicator voor congestie?” Heel slim! Dat klopt tot op zekere hoogte, en is op zijn minst waardevolle informatie, alleen mag de netbeheerder dit omwille van privacy niet uitlezen/op acteren, en ja dat is enigszins krom.


Wat kan er aan een vol net worden gedaan?

Er is niet één oplossing voor transportschaarste en netcongestie, we zullen het altijd in een combinatie van oplossingsroutes moeten gaan vinden.

Fysiek uitbreiden! Meer koper!

Wat er al gedaan wordt en wat in gedachte de makkelijkste oplossing is maar heel lang gaat duren; meer koper aanleggen. Wanneer de transportwegen worden verbreed is er minder schaarste en tijdens spitsuren minder congestie. Echter is dit fysiek veel werk, is het administratief veel werk vergunningen, is het vergunningsysteem onnoemelijk traag en komen we daar praktijk technische mensen tekort. Deze combinatie zorgt er voor dat die wachtlijsten tot wel 8 jaar oplopen, waarvan gezegd wordt door netbeheerders dat de verdeling in tijd ongeveer 75% vergunningen en 25% daadwerkelijk bouwen is.

Er moet gezegd worden dat er echt heel veel aan gewerkt wordt. In een straal van 10 kilometer rondom mijn huis kan ik zo 5 plekken aanwijzen waar Liander druk bezig is met deze netverzwaring. En ja, natuurlijk klagen we hier over de overlast door die werkzaamheden, we blijven Nederlanders. Er wordt dus echt wel hard gewerkt aan het verzwaren maar zelfs hiermee gaat het lang duren en sterker nog, we gaan nooit op het punt komen dat alleen verzwaring voldoende is.

RTV NOF | Niet overal is iedereen blij met verzwaring van het net

Verder is het Nederlandse elektriciteitsnet opgebouwd met veel redundantie, backup wanneer een deel uitvalt. Dit back-up systeem wordt N-1 genoemd en is bedoeld voor nood. Echter wordt er nu op enkele locaties wel gebruik gemaakt van die backup capaciteit voor transport van opwek, mocht er dan iets gebeuren dan wordt in principe alleen de opwek getroffen en in de tussentijd is er wel meer “koper” vrijgespeeld voor invoeding.

Netbeheerders afkortingen-toolbox voor terugdringen grootverbruik transportschaarste

Hier komen een aantal afkortingen want netbeheerders ❤️ afko’s. Een aantal hier van komen pas vanaf 2025 of 2026.

Non-Firm ATO – Een ATO is een aansluit- en transportovereekomst tussen de netbeheerder en de afnemer. Bij een normale ATO heb je dus recht op de aansluiting en altijd beschikking over de afgesproken transportcapaciteit (bijvoorbeeld 1000kVA)

TDTR – Tijdsduur gebonden transportrecht waarbij tot maximaal 15% van de tijd het transportrecht wordt beperkt. Wanneer deze beperking geldt is vooraf niet bepaald maar de netbeheerder zal de afnemer minimaal de dag van tevoren informeren.

TBTR – Tijdsblok gebonden transportrecht, vooraf bepaalde tijdsblokken waarbinnen het transportrecht geldt, de overige tijdsblokken heeft de afnemer geen transportrecht. Dat gaat dan om tijdsblokken buiten de piekmomenten om.

GTO – Groeps-transportovereenkomst, het mogen delen van transportrecht door een groep aan grootverbruikers welke zich fysiek dicht bij elkaar bevinden. Dit is een stap naar het samenwerken in de vorm van een energiehub. Dit stimuleert het efficiënt gebruik maken van de beschikbare capaciteit voor een heel bedrijventerrein maar behoeft dan wel het samen kunnen werken en afstemmen hiervan.

GOTORK – Gebruik op tijd of raak kwijt (geen grap), wanneer een partij gecontracteerd transportrecht heeft maar een deel hiervan nooit benut dan kan de netbeheerder dit recht beperken en het vrijgekomen deel inzetten voor andere netgebruikers.

CBC Capaciteitsbeperkend contract, de netbeheerder kan op afroep vereisen dat er flexibel capaciteit wordt geleverd. Hierover worden dan wel duidelijke afspraken gemaakt voor de periode, wanneer het kan plaatsvinden en een vergoeding.

TLDR – Too long, didn’t read, hoor ik geregeld over de artikelen die ik schrijf, heb je het wel tot zo ver gered laat dat weten in de comments met “#mand”.

Dit zijn redelijk recente afkortingen, ik zal er ongetwijfeld vergeten zijn, het staat je vrij dit aan te vullen!

Beperken aan de opwek-zijde van grootverbruik aansluitingen

Aan de zijde van het invoeden zijn er nog andere mogelijkheden in het beperken van het invoedende vermogen. Het meest simpele voorbeeld hiervan is het beperken van zonnestroom van zakelijke installaties; curtailment, er wordt dan vermogen geknepen op de omvormers of deze worden zelfs uitgeschakeld. Datzelfde bestaat ook voor windturbines of andere vormen van duurzame energie opwek.

Netcongestiemanagement onder grootverbruiksaansluitingen

Als afnemer van een grootverbruiksaansluiting met transportrecht kan het zo zijn dat je het verbruik of opwek flexibel kan benutten om zo het lokale net te ontlasten, mogelijk meer ruimte te bieden voor andere netgebruikers, zelf eerder aan de beurt komen voor uitbreiding en daarbij ook een vergoeding krijgen van de netbeheerder in ruil voor deze inzet van flexibel vermogen vanuit de beschikbare flex-assets (bijvoorbeeld zonne-installaties, laadpleinen, batterijen, enzovoort).

Als ATO afnemer is het zo mogelijk via een zogenaamde Congestion Service Provider (CSP) als tussenpartij te handelen in het flexibel inzetten van deze assets. Er wordt dan een vergoeding betaald voor het leveren of juist beperken van dit vermogen en het kan dus helpen met ontlasten van het lokale net. Dit verloopt via GOPACS, het netcongestiemanagementplatform (driedubbele woordwaarde bij Scrabble) van de Nederlandse netbeheerders waar marktprijzen en biedingen vanuit CSP’s samenkomen.

GOPACS

Zoals al eerder benoemd; wanneer er lokaal netcongestiemanagement wordt toegepast kan de (theoretische) contractuele capaciteit verhoogd worden van 110% naar 150% omdat vanwege die verplaatsing van vermogen je onder de fysieke grens kunt blijven.

Gelijktijdigheid

Als je iets zou willen meenemen uit bovenstaande tekst laat het dan vooral zijn dat het fysiek vol zijn van het net; netcongestie, sterk moment gebonden is. Het is niet ondenkbaar dat het net op “volle” locaties mogelijk slechts enkele procenten van de tijd echt fysiek vol is. Dan is er tijdens die momenten weliswaar een probleem maar wel een probleem waar al iets aan te doen valt door gelijktijdigheid van die vermogensvraag te spreiden.

Het spreiden van vermogensvraag kan een sleutelrol gaan spelen in het vrijspelen van transportcapaciteit en tegengaan van netcongestie. Echter moeten bedrijven en in mindere mate consumenten daar in mee willen gaan en daar zitten een aantal voorwaarden aan:

  1. Bij bedrijven moet het niet het kernproces ontwrichten, bij consumenten moet de impact op comfort minimaal blijven
  2. Het moet dus ook bij voorkeur automatisch verlopen
  3. De “What’s in it for me?”, een prikkel kan helpen om aangeslotenen te laten participeren

Bedrijfsproces en comfort

Eigenlijk is het vrij simpel, het kern proces bij een grootverbruiker, daar kun je doorgaans niet zo veel aan flexibel maken. Van een metaalbedrijf kun je niet verwachten dat deze enkel gaat lasersnijden wanneer het beter uit komt voor het net; dat snijdt direct in de verdiensten. Zo wil je ook niet aan het comfort van een consument komen, het kan niet ineens 3 uur koud worden in huis in de winter omdat dat het lokale net ontlast. Dus als je een verbruiker reduceert naar de kern van het energiegebruik, dan is dat hetgeen waar je zo min mogelijk impact op wilt hebben. Voor een consument is dit doorgaans comfort, voor een bedrijf zijn het overwegend de winstgevende processen (en een beetje comfort, vooruit).

EMS – Energy Management Systems

Een EMS monitort energiestromen en kan bijsturen op het moment dat limieten in zicht komen. Zo’n systeem is een combinatie van hardware en software, een soort computer in het net welke wordt gevoed met een continue stroom van data uit sensoren. Met behulp van software met (hopelijk) slimme logica er in verweven kan een EMS dus het net ontlasten. EMS vind je op vele niveau’s van het net en tegenwoordig zie je het gelukkig steeds meer bij de uiteindelijke afnemer van een aansluiting tot aan kleinverbruikers; een HEMS.

Als we kijken naar een EMS bij een bedrijf dan kun je je bedenken dat deze beschikking heeft over de verschillende energie assets van het bedrijf. Een paar fictieve voorbeelden:

  • Een IT-bedrijf met een grote PV-installatie op het dak en een laadplein voor de EV’s van medewerkers. Een EMS kan gedurende de dag zo efficiënt mogelijk de auto’s gespreid laden en daarmee er ook voor zorgen dat het bedrijf niet over de capaciteit van de aansluiting heen gaat.
  • Een productiebedrijf heeft te maken met pieken in stroomgebruik waarbij zij over hun maximale transportcapaciteit heen zouden gaan. Een batterijpakket kan gedurende lage tarief uren of met eigen opgewekte energie worden opgeladen en als buffer dienen wanneer die pieken voorkomen. Dit zou kunnen betekenen dat het bedrijf een minder zware/dure aansluiting ook uit kan.
  • Een grote tuinder kan zijn flexibele energie assets middels een EMS door een CSP (extern) aan laten sturen. De tuinder krijgt een financiële vergoeding en het (lokale) net wordt ontlast wat er ook weer voor kan zorgen dat er meer transport beschikbaar komt.

Deze voorbeelden beperken zich tot EMS “achter de meter”, dus over de energiestromen binnen een bedrijf. In het verlengde hiervan worden nu ook mondjesmaat EMS uitgerold over hele bedrijventerreinen, dit vergt een goede verstandhouding, wil en misschien noodzaak tot samenwerking tussen bedrijven en opent de deur voor een energiehub.

EMS door Loqio bij Exonet

Hierboven het eerstgenoemde fictieve voorbeeld in de praktijk bij Exonet B.V. waar een EMS is verzorgd door Loqio (mede-oprichter Femme Taken). Hier zie je dat de zonopwek zo efficiënt mogelijk binnen het bedrijf wordt benut met de verschillende afnemers, dit zorgt er ook voor dat zij binnen hun capaciteit blijven. Wil je hier eens een podcast over luisteren dan heb je geluk, Danny Oosterveer en Aljo Hartgers spraken met Jesper Weiland van Exonet hierover in een podcast van De Groene Nerds.

HEMS

Op kleinverbruik niveau zie je ook steeds meer varianten van HEMS, Home Energy Management Systems. Een populair platform hiervoor is Home Assistant, het is vrij toegankelijk, goedkoop, open-source en met een grote community die allerlei plugins beschikbaar maakt. Mocht je zelf eens willen experimenteren dan kan Home Assistent een leuke keuze zijn, persoonlijk heb ik daarbij ook hulp van ChatGPT gehad bij het schrijven van een automatisering die mijn zonne-energie invoeding beperkt wanneer ik over de capaciteit van de aansluiting dreig te gaan.

Maar ook meer simpele oplossingen thuis zouden onder de noemer EMS kunnen vallen; een loadbalancer voor het laden van een elektrische auto houdt in de gaten of de aansluiting niet overbelast dreigt te raken en schroeft het vermogen naar de auto terug als dat het geval is, ook een vorm van EMS.

Een EMS kan dus een mooie oplossing zijn voor het automatiseren van energiestromen.

Jeroen.nl | uitleg over HEMS van een mede-Jeroen

“What’s in it for me?”

Een financiële prikkel kan meehelpen bij het in beweging krijgen van afnemers om bij te dragen aan het ontlasten van het net.

Eerder kwamen CSP’s en bijbehorende vergoedingen al voorbij als financiële prikkels.

Dynamische energietarieven

Iets minder doeltreffend (want niet lokaal) maar grosso modo wel overeenkomstig met het platslaan van landelijke pieken in energiegebruik; dynamische energietarieven. Als je flexibel energie kunt gebruiken dan is het volgen van de goedkopere uren meestal ook een hulp in het ontlasten van het net, voor de afnemer bespaart het aanpassen van het gebruiksprofiel natuurlijk in kosten. Voor kleinverbruikers is dit ook enigszins geautomatiseerd te sturen met de grotere verbruikers in huis zoals een auto die “slim” kan laden op de meest gunstige tarieven of warmtepompen die optimalisatie hebben voor het sturen op dynamische tarieven.

Dynamisch capaciteitstarief

Recent kwam Berenschot met een verkennend artikel waarin ze hun inschatting geven over hoe netbeheerkosten ook meer dynamisch zouden kunnen worden, dit kan ook een dergelijke prikkel zijn om dure piekmomenten te mijden. Wees gerust, als er al zoiets komt, dan kom het niet voor 2028. Toch kijk ik er naar uit, zeker als voorstander van dynamische energietarieven, deze extra prikkel maakt het in potentie nog meer interessant. Wel zou mijn voorkeur uitgaan naar volledig dynamisch en niet per half jaar.

Berenschot

In Vlaams België bestaat overigens al een dergelijke capaciteit gebaseerde verdeling van netbeheerkosten daar wordt echter geen rekening gehouden met beperken van gelijktijdigheid dus ik hoop dat we in Nederland naar een meer dynamisch systeem zullen gaan ter zijner tijd.

“Loadbalancing” door netbeheerders

Persoonlijk zie ik ook een oplossingsrichting in het systeem wat enkele andere Europese landen implementeren zoals Duitsland. De Duitse netbeheerders kunnen specifieke apparaten met meer dan 4,2kW vermogen en geïnstalleerd vanaf 2024 voor korte periodes beperken in gebieden waar netcongestie dreigt te ontstaan. Denk dan aan een signaal om laadpalen, warmtepompen, ladende batterijen te beperken. Dusdanig dat het minimale impact heeft op comfort en in ruil daarvoor een eventuele compensatie.


Korter, de “mand” editie

Het Nederlandse elektriciteitsnet is overwegend contractueel (theoretisch) vol, daarbij spreken we dan over transportschaarste. Tijdens piekmomenten, een paar procent per jaar, zijn er lokale situaties waarbij het net fysiek tegen de limiet aan loopt, dat is wat je dan netcongestie noemt en in extreme situaties een black-out kan veroorzaken. Om netcongestie goed in beeld te hebben moet hier meer op worden gemeten in realtime dan dat er nu wordt gedaan.

Om zowel transportschaarste te verminderen als ook netcongestie tegen te gaan hebben we een aantal oplossingsrichtingen waarbij we waarschijnlijk uiteindelijk richting een combinatie zullen moeten. Deze oplossingsrichtingen zijn enerzijds fysiek door het net te verzwaren en anderzijds met name slim omgaan met energiestromen om daarmee gelijktijdigheid te verminderen.

Zowel bedrijven als consumenten kunnen een steentje bijdragen door, waar mogelijk automatisch middels een EMS, het gebruiksprofiel aan te passen zodat deze niet meer samenvalt met de lokale piekmomenten. En als dit handig ingericht wordt valt hier aardig mee te besparen en zelfs te verdienen.

Allemaal aan een warmtepomp / elektrische auto?

Het kan NET wel, het zal heus niet zo storm lopen dat we morgen, volgend jaar of over 5 jaar fysiek continu tegen de limiet aan zitten. Als we in de tussentijd niet stilzitten, meer bewust met onze energievraag omgaan, meer gelijktijdigheid spreiden en minder gefrustreerd zijn over een open straat waar de netbeheerder bezig is, komt dat echt wel goed.

Roosvicee’s wijze woorden.

Over mijzelf

Mogelijk is dit het vierde artikel dat je van mij leest. Deze artikelen schrijf ik belangeloos; ik ben voorlopig gewoon een particulier met een bovengemiddelde interesse en passie voor energie, de energietransitie en duurzaamheid. Ik deel graag de kennis die ik zelf heb opgedaan. Het stoort me mateloos als er (weer) onwaarheden worden geroepen vanuit verschillende consumentenprogramma’s of nieuwsmedia. Misschien is het niet met opzet dat ze deze onzin verkondigen, maar het publiek vertrouwt deze media als de waarheid en verdient dan in mijn ogen ook beter.

Ik benader onderwerpen omtrent energie en duurzaamheid zo nuchter mogelijk, kijk naar de feiten en probeer waar het kan zaken te kwantificeren met “bierviltjes”-berekeningen. Het kan best zijn dat ik ergens een (denk)fout maak, en hoor dat graag zodat ik zelf ook weer kan leren.

Laat je reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

Eén reactie op “Het kan NET!

  1. Hans Fix dec 6, 2024

    #mand!