Creatief bezig zijn, daar word ik nou blij van, lekker prutsen met wol of lapjes. Met een beetje geluk kom je, als het lekker gaat, vanzelf in een flow. Ik ben nog van de generatie, waarbij de meisjes (toch wel gek, de jongens gingen in die uren extra rekenen leren) handwerkles kreeg op de basisschool. Het was vaak niet leuk, maar het heeft er in ieder geval wel voor gezorgd, dat ik de basis van breien, haken en borduren al kende en ik heb mezelf in de loop der jaren heel veel bij geleerd. Wie nu wil handwerken, moet de basis vaak uit een boekje leren. Of… je koopt een kant-en-klaar pakketje. Je ziet ze overal tegenwoordig, bij de Hema, bij de Xenos, bij de Boekenvoordeel.

Laten we voor de aardigheid eens met positief nieuws beginnen. Deze site heet tenslotte Eigenwijs Blij en niet Eigenwijs, maar toch wel een beetje Verdrietig: bijna elk restaurant heeft tegenwoordig wel vegetarische gerechten op de kaart staan. Is er echter iemand die mij kan uitleggen waarom het vegetarische hoofdgerecht dan eigenlijk altijd een gerecht met geitenkaas is? Maar dan ook in vele varianten: gebakken in de oven, in een maaltijdsalade, gegrilde geitenkaas, en het toppunt van culinaire ambitie: geitenkaas met walnoten en honing. Ik ken mensen in mijn omgeving, die inmiddels geen geitenkaas meer kunnen zien!

Er is vandaag slecht nieuws en goed nieuws. Het slechte nieuws is: we eten vandaag paardenvijgen. Het goede nieuws is: jullie mogen er zoveel van eten als jullie willen. Dit citaat uit een conference van Wim Sonneveld over de crisisjaren 30 van de vorige eeuw maakt één ding in ieder geval duidelijk: er was aan alles gebrek, behalve aan verse biologische mest. Logisch natuurlijk in een tijd dat er nog nauwelijks auto’s waren en alles nog met paard en wagen werd gedaan. Veel handelaren kwamen nog langs de deuren. Vreemd eigenlijk dat dat minder dan honderd jaar geleden is, maar een wereld van verschil.

Het is al weer november, volop herfst, de bladeren vallen, het is overdag nog een beetje zonnig, maar er is al kans op nachtvorst. De moestuin is nu leeg op wat verdwaalde boerenkool en prei na. Herfst en winter zijn geen seizoenen om uitgebreid in de moestuin bezig te gaan, maar betekent dat dan ook dat je tot maart tegen een kale, zwarte vlakte aan moet kijken, waar eens de boontjes welig tierden? Dat hoeft niet!

Vraag mij van wie ik op tuingebied in al die jaren dat ik nu al tuinier het meest heb geleerd, dan zeg ik meteen: Romke van de Kaa. Er verschijnen jaarlijks tientallen boeken op tuingebied, hele boekenplanken in de openbare bibliotheek zijn er mee gevuld en daar zijn heel interessante boeken bij. Romke van de Kaa weet echter een enorme kennis van bloemen en planten te combineren met een geheel eigenzinnige manier van tuinieren onder het motto: niet moeilijk doen, een tuin heb je om van te genieten. Het is dan ook de enige schrijver die mij kan doen schaterlachen om zijn belevenissen in het groen.

De lekkerste asperges, die ik ooit gegeten heb, kreeg ik van mijn schoonzus. Zij woont in Noord-Brabant, waar asperges in kraampjes aan de weg worden verkocht. Piepend vers, want om te testen hoe vers asperges zijn, wrijf je ze tegen elkaar. Geeft dat een piepend geluid, dan zijn ze dus zo vers, als je ze eigenlijk wilt hebben. Heerlijk waren ze! De zandgrond in Noord-Brabant is zeer geschikt voor asperges, maar de zandgrond in Groningen, waar ik woon, zou ook wel eens hele lekkere asperges kunnen opleveren. Proberen dus! Maar waar vind je plantgoed voor asperges en wat is het eigenlijk; bollen, knollen, of… ja, wat eigenlijk?

Toegegeven, mijn eerste ervaring met een kas in de tuin was geen succes. Toen Jan en ik in 1982 ons eerste huis kochten, een boerderij op het Groninger platteland, stond er een door de vorige bewoner zelfgebouwde glazen tuinkas in de tuin. We vonden het prachtig; wat zouden we er geweldige aardbeien en tomaten in kweken. Niets kwam hier van uit. Nog voor het koopcontract getekend was, woei er een enorme storm en toen we voor het eerst onze nieuwe woning betrokken, lag de kas in duizend stukken door de tuin verspreid. Nog jaren later vonden we glasscherven in de grond!

Je hebt dit vast wel eens meegemaakt, ikzelf in ieder geval meerdere keren: je ziet een leuk recept voor een stoofschotel in de Allerhande en denkt, dat ziet er lekker uit, dat ga ik vanavond maken en het is ook nog eens snel klaar. Het gerecht gaat als een tierelier, totdat er staat: snijd de winterwortel in dikke plakken, voeg toe en stoof in 15 minuten gaar, serveer direct. Een nog niet zo ervaren kok (en ooit was ik een zeer onervaren kok) trapt hier met open ogen in. Echter, de winterwortel in dikke plakken die in een kwartier gaar stooft, moet tot op de dag van vandaag nog uit de moestuin komen, want dat gaat niet lukken. Trek er maar een half uur tot drie kwartier voor uit, dan kun je pas eten!

Wat fijn: het moestuinseizoen begint weer! En of je nou een grote tuin hebt of een paar bloempotten op een balkon: zelf groente verbouwen is heel erg duurzaam. Je denkt toch niet, dat je ook maar één boontje, radijsje of bietje, dat met zo veel liefde en aandacht is opgekweekt, gaat weggooien! Die worden allemaal opgegeten. Het eerste gewas wat in het vroege voorjaar, zo rond februari/maart, kan worden gezaaid is de tuinboon, en laten tuinbonen nou net heel gemakkelijk te kweken zijn. Als het een dagje niet vriest en er ligt geen sneeuw, stop je de bonen in de grond of in de bloempot met tuinaarde, je wacht een paar maanden en daar is je bonenoogst. Het kan niet mislukken!